vrijdag 20 april 2012

Allemaal vragen

Naast elkaar in de spiegel staan we. Jeetje is haar tanden aan het poetsen. Ik wacht tot ze klaar is. Ze spuugt in de wasbak.
'Het kan gebeuren dat je langer dood bent dan dat je leeft,' zegt ze.
'Ja, hoezo?'
'Dacht ik gewoon.' Jeetje poetst verder, bekijkt zichzelf langdurig in de spiegel en spuugt weer.
'Misschien ben ik wel geestelijk gehandicapt.'
'Hoe kom je daar nou bij?'
'Geestelijk gehandicapten zijn grote mensen die denken als een kind.'
'Onder andere.'
'Nou, ik ben nog een kind. Dus je wéét niet of ik geestelijk gehandicapt ben.'
'Je bent niet geestelijk gehandicapt, Jeetje.'
'Hoe weet je dat?'
'Omdat jij je dit allemaal afvraagt.'
Jeetje kijkt me niet-begrijpend aan.
Voor het slapen gaan lees ik haar de kinderbijbel voor.
'Maar hoe weten ze nou zo zeker dat het god was die tot hen gesproken heeft, terwijl ze hem niet zien?'

1 opmerking:

Anoniem zei

Mooi. Je hebt een slimmerd.

Groetjes,
Willem