Er was een kind dat bij andere mensen de auto vol kotste en met tranen in de ogen tegen mij zei: 'Je moet eens één keer naar mij luisteren. Als ik niet naar een feestje wil gaan, wil ik niet. Waarom moet ik van jou? Een feestje is toch alleen maar omdat het leuk is? Of niet soms.'
'Ja,' zei ik, 'Je hebt gelijk. Sorry.'
Er was het andere kind dat zei: 'Deetje spuugt op de grond.' En dat deed ze.
Er was een feestje vanwege mans verjaardag. We hadden taarten gemaakt in onze nieuwe oven. Het was leuk om ineens weer dingen te koken uit een kookboek Omdat we een geweldig mooi fornuis hebben. Maar verder geen keuken.
Er was het hoofdstuk waarvan ik de ingang maar niet kon vinden. Ik dwaalde er omheen. Zoals je soms niet weet waar je naar binnen moet in een gebouw. Zo dwaal ik trouwens best vaak om m'n werk heen. Als een spook. Maar op een gegeven moment had ik het. Het duurde toch nog lang voor het op papier stond. Echt van negen tot vijf. Zo'n werkdag.
Er was een discussie over stampen met je vuist. Ik vond dat niet kunnen. Het is slaan met je vuist. Stampen doe je met je voeten. Ik had mijn renkleren al aan toen het gesprek op internet begon. En tijdens het rennen heb ik de hele tijd aan werkwoorden gedacht; stampen, rammen, slaan. Terwijl ik aan iets heel anders had willen denken.
dinsdag 24 april 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Werkwoorden, ik denk er ook nog aan.
Een reactie posten