maandag 6 juni 2016

Muis

Naast haar fietst de zesjarige dochter met scheve staart en de roze teenslippers met bloem - 'Zie je wel mama, ik kan wel fietsen met slippers aan! - de elfjarige is vijf minuten eerder al vertrokken, met een iets te kort t-shirt waarop 'PEACE' geborduurd is - hee, je kunt toch niet met een blote navel in de klas zitten! had de moeder gezegd -  maar hee, dat kon de dochter wel, iederéén in de klas had blote navels. De moeder zelf rilt steeds en heeft kippenvel op armen en benen, maar hee, álle moeders dragen in de vroege ochtend al rokjes met gestreepte t-shirtjes, dus zo moet het.
In de kleuterklas wordt ze aan het handje van de zesjarige meegenomen naar de vensterbank, waar dertig muizen van klei in het zonnetje liggen te bakken. De moeder praat en lacht met de steeds grotere hoeveelheid kleuters die bij hen komt staan, haar stuk voor stuk trots hun eigen muis aanwijst, en kust daarna haar eigen kleuter gedag, de deur van groep zeven zit al dicht als ze nog even bij de elfjarige wil gaan spieken.
Ze gaat boodschappen doen, dat is een feit.
Ze is moeder, dat is een feit.
Ze zal over een week naar New York vertrekken, dat is ook een feit, ze kan zich er niets bij voorstellen, zoals ze zich nergens meer iets van voor kan stellen de laatste tijd, vooral van zichzelf kan de moeder zich nauwelijks nog een voorstelling maken. Nu ik haar beschrijf, merk ik dat pas goed.  Ze is een muis van klei op de vensterbank met twee roze speldenknoppen als ogen. Ze wacht tot ze mee naar huis genomen wordt.


Geen opmerkingen: