Op zaterdagochtend wandelen Deetje (6) en ik van de tram naar de Bijenkorf. Ze krijgt daar een paar te dure laarzen en drie veel te dure maillots. En dan gaan we weer terug. In een hip zaakje in de Warmoesstraat eet zij een ijsje en drink ik espresso en versgeperste jus. We zitten naast elkaar op een roodleren bank. Ik kijk of ik nog een nieuw bericht heb en scroll door de boze berichtjes die man en ik vanmorgen naar elkaar gestuurd hebben.
'Papa gaat in een ander huisje wonen, hè?' zegt Deetje dan. 'Papa is niet meer verliefd op jou, hè?'
'Zei hij dat?'
'Ja.'
'Nee, papa is niet meer verliefd op mij.'
'Dus dat is eigenlijk scheiden?'
'Ja.'
Ze likt van haar aardbeienijsje. Ik drink mijn sapje. We kijken voor ons uit.
'Mama?'
'Ja?'
'Ben jij eigenlijk nog wel verliefd op papa?'
'Nou, eh, ja.' En dan zeg ik dat ik even af ga rekenen. Dat we moeten gaan. Dat we de tram moeten halen. Papa zal haar zo thuis op komen halen voor zwemles.
Even later wandelen we hand in hand in de richting van het Centraal Station. Langs drommen toeristen. En als we bij de Prins Hendrikkade het fietspad oplopen om over te steken, worden we bijna omver gefietst door de persoon die we nú net niet hadden verwacht. En meteen lachen we breed, ondanks de berichtjes, dat gaat vanzelf als we elkaar zien. Een kort moment van connectie.
'Ik was op weg naar huis,' zegt man. 'Wat een toeval!
'Ja, wat een toeval!'
'Deze weg neem ik anders nooit,' zegt hij.
'Papa!'
Even later zit ik op het kinderzitje achterop, Deetje staat voorop de stang, en zo fietsen we gedrieën de stad uit. Op zachte banden.
zaterdag 22 oktober 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten