woensdag 23 april 2008

Het kipje is klaar

Er ligt een stukje gebraden kipfilet op ons bord. Biologisch dynamisch scharrel, vermeld ik er snel bij. Allemaal totáál verantwoord. Maar-het-blijft-...De bijna-driejarige prikt het stukje aan haar vork en zegt opgewekt:
Dit is een kipje!

IK
Dit is kip, ja.

DOCHTERTJE
Het kipje is klaar met lopen, hè?

IK
Ja.

DOCHTERTJE
Het kipje is moe hè? Het kipje is kláár met lopen.

IK
(kortaf) Ja.

DOCHTERTJE
En toen hebben we het kipje in de pan gebraden.

IK
(nog kortaffer) Ja.

DOCHTERTJE
(houdt de vork met het doorboorde kipfiletstukje heel hoog in de lucht)
(roept) O, o, het kipje heeft zich vergist!
Het kipje was niét klaar met lopen!
Het kipje wil toch lopen, mama.

IK
Eh...dat kan niet meer.

DOCHTERTJE
(laat haar vork heel langzaam zakken)
Kan dat niet?

IK
Eet nou maar door. Het eten wordt koud.

DOCHTERTJE
(zacht) Het kipje wil naar zijn mama.

IK
(zoekt naarstig naar een ander onderwerp, weet dat de vergelijking tussen kip en kip nu voorgoed gemaakt is, vindt het eten van vlees wederom iets zieks, neemt zich voor nu echt vegetarisch te worden, zal zich de volgende dag tegoed doen aan lendenen van kalveren en malse zuiglammetjes in een chique restaurant, laat de ganzenlever wel staan.)

Geen opmerkingen: