maandag 23 juni 2008

Weerzin

's Ochtends vroeg sta ik in alle rust mijn gezicht te bekijken. Ik droom een beetje weg.
'Het is dus zaak zoveel mogelijk mee te maken!' roept mijn spiegelbeeld ineens. 'Je hoéft geen weerzin te hebben, Elke.'
'O, dat heb ik niet,' zeg ik. En glimlach.
'Met weerzin is het heel onprettig werken, El. Zoals het met weerzin ook heel onprettig leven is.'
'Ik heb geen weerzin zei ik.'
'Goed zo, El. Heel goed. De weerzin kan vanaf nu voorgoed uit jouw leven worden geschrapt. En daarmee uit jou. Omdat de weerzin altijd in dienst staat van iets anders; een verhaal. De weerzin kan beschréven worden!'
'Wat zeur je nou steeds over weerzin?'
'De weerzin kan iemand anders in de mond worden gelegd, El. Je moet met de weerzin spelen, zoals je dochter speelt met een plastic haai.'
'Zeg, ik heb hier geen zin in.'
'Dan maak je maar zin! Leef voluit, El. Doe het! Omdat alles - maar dan ook álles - wat je meemaakt, te gebruiken is. Uit ieder mens dat je ontmoet, kan een heel nieuw mens gesmeed worden. Uit jou ook. En je kunt ermee doen wat je wil.'
'Zoals mijn dochter met een plastic haai zeker.' Ik zucht.

We staren elkaar woedend aan.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

ik heb nu al weer zin in de elke dag van morgen

M

Elke zei

goed zo. ik ook!