Zodra ik een duif hoor koeren, denk ik aan haar. Hoe ik als klein kind in de zon bij haar op schoot zat. Op het terrasje voor haar jaren dertig woning. We gingen dan altijd boontjes rangen. Ik zie ons veel boontjes rangen. Eigenlijk zie ik háár boontjes rangen. Mijzelf niet. Ik zat bij haar op schoot te spelen, zij deed iets met bonen, en ergens verderop koerde - heel tevreden - die duif.
En nu, in het koeren van een duif hoor ik nog steeds dat alles goed is. Helemaal precies goed. Zoals het zijn moet. Bij oma op schoot.
(Misschien dat ik daarom nooit uit Amsterdam weg wil.)
Een vriendin riep uit dat ze duivengekoer haatte. Ze hoorde er verveling in. Ze dacht aan eeuwigdurende zondagen van niet mogen spelen met vriendjes, draden spuug uit haar mond terwijl ze wachtte op morgen. (Ze wil absoluut niet in Amsterdam wonen)
maandag 22 september 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
En zij wilde ooit, heel graag verhuizen naar de stad...
vertelde haar bejaarde vriendin mij.
onze tuib (in houten) wordt elke dacht bezocht door 2 turkese tortels
mijn vrouw ziet haar overleden ouders...
maar zij verlangt naar haar ouders
Een reactie posten