'Ik ga een verhaal vertellen,' zei Jeetje (3). 'Er was eens een jongen die Meisje heette.'
Na dit oersterke begin, stopte het verhaal. Jeetje ging iets anders doen.
Eigenlijk was deze ene zin ook genoeg. We begrijpen dat die jongen het niet makkelijk zal hebben in zijn leven. Met zijn rottige naam. We kunnen wel bedenken hoe zijn ouders moeten zijn. Wreed. Pesterig. Weinig inlevingsvermogen. De jongen zou nooit aan hun ideaalbeeld kunnen voldoen. Of hun wens waarmaken. In de puberteit zou hij gaan rebelleren. Of hij probeerde zich juist wanhopig aan te passen. Door een rokje te dragen. We zien de drama's van de jongen die Meisje heette, één voor één ontstaan. Op het schoolplein. In de kroeg. Overal. Zijn identiteitsprobleem is meteen duidelijk. En hoe egoïstisch zijn ouders ook zijn, hij houdt natuurlijk van ze. En hij wil alleen maar dat ze van hem houden zoals hij is. Maar hoe is hij?
Alles wat Jeetje aan die zin toe zou hebben gevoegd, zou teveel zijn.
Het verhaal was af. Dat wist ze.
maandag 1 september 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Waar luistert ze naar?
http://nl.youtube.com/watch?v=M89c3hWx3RQ
... maar vooralsnog vult haar moeder het in...
Een reactie posten