Hij vroeg om 20 cent. En ik zei NEE. Dat zeg ik standaard tegen die types. Vroeger gaf ik standaard geld. Uit lafheid. Nu geef ik standaard niets. Ook uit lafheid. Zodra iemand zijn hand ophoudt, marcheer ik door. Blind, ijskoud en steenrijk.
Hij vroeg om 20 cent. Maar ik had er niets mee te maken, niets. Ik zou weldra het bruisende leven instappen. Deze man zou op de drempel blijven staan. Ik zou de deur dichtdoen. Eenmaal binnen, was ik van hem af. Was ik van het gezeur af. Uit.
'Heb je dan 10 cent?' Hij keek me aan. Gewoon. Aankijken.
'Dat heb ik wel,' zei ik en begon in mijn portemonnee te graven. 'Ik heb alleen een euro.'
'Daar maak je me nog gelukkiger mee.'
Ik maakte hem nog gelukkiger dan hij al was. We liepen een stukje samen op. Toen moest ik linksaf, de kroeg in. Hij liep rechtdoor. We zwaaiden.
zondag 28 september 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten