vrijdag 3 juni 2011

Glad vergeten

Ik stond tot aan mijn knieën in een meer in de waterleidingduinen voor me uit te dromen. Het was een prachtige dag. Het water was gek genoeg oceaangroen. De lucht was strakblauw en ik had uitzicht op de duinen. Het zonlicht schitterde. Ik was gelukkig. Toen keek ik naar mijn voeten, en daar op de bodem van het meer, zat ze. Met een grote luier vastgezogen op het zand. Haar wangen wit en bol. Haar donkerbruine haren recht omhoog. Haar ogen open en groot en bevroren. En ik weet nog dat ik dacht: ze moet hier al minstens een half uur zo zitten. Of een uur. Hoe lang sta ik hier al?

1 opmerking:

gerb. zei

Godnogaantoe!