Met twee kinderen was ik tenslotte op het betonnen speelpleintje aankomen. Waar de speeltoestellen vandaag nat waren. Het zand modder. En waar ze ook de gekke kinderen net aan het luchten waren. Er klonk geschreeuw.
Een stuk of wat stevige mannen en vrouwen van mijn leeftijd nonchalant aan hun zijde. 'Toevallig' omcirkelden ze het ene gekke kind dat een woedebuitje had. Ik zag die cirkel echt wel. De betekenis ervan ook. Alles in hun houding verraadde alertheid. Het reusachtige kind kon niet ophouden met schreeuwen en krijsen. Het beet en het sloeg en het ging liggen. In de blubber. Ik zag mijn twee kinderen met hun grote ronde ogen kijken. Voor hen moest dit kind het stadium van meneer vrijwel bereikt hebben. Vóór we binnen de onzichtbare cirkel konden geraken, waren we -al even nonchalant- uitgeweken naar het verlaten pleintje voor wipkip baby's. Ik trok het hek achter me dicht. Kadeng. De twee kinderen - Jip en Janneke - speelden en werden steeds natter en viezer. Ik had een nieuw rokje aan. En fleurige laarsjes. Het bleef motteren.
Toen we weer naar huis liepen, ik was verkleumd tot op het bot, besloten Jip en Janneke unaniem dat mijn gezag niet aanzienlijk genoeg was of zo. Ze besloten het in elk geval flink te gaan ondermijnen.
Het geschreeuw op het plein was net opgehouden. Maar ergens ver weg hoorde ik alweer het brullen van een ander reusachtig kind.
donderdag 29 november 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten