En als ik zo, in mijn eentje, op blote voeten en nog in het duister, door het trappenhuis naar beneden loop, verwacht ik áltijd maar dan ook altijd het dode lijf aan te zullen treffen van een hele grote dikke grijze muis met pluis haar. Recht voor haar deur ligt ze. Of voor de onze. Op weg naar buiten is De Muis bezweken aan haar leven.
Ik kijk er dus zéker niet van op als ik op een dag over een hoop oude koude muis struikel. Laat het nú maar zijn. Dan hebben we dat eigenlijk ook gehad.
Misschien ligt ze in het halletje van onze gang. Dan moet ze, diep in de nacht, bij ons binnen aan het scharrelen zijn geweest. Toen wij op zolder lagen te slapen.
En ik, die vroeg opstond, omdat ik vandaag getuige zal zijn bij een huwelijk, op de dag voor kerst, feest van vrede en verlossing, ik struikel slaapdronken over die muis die onze buurvrouw blijkt te zijn. En haar enige zoon is niet te bereiken met kerst.
maandag 24 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten