Het is zo'n dag waarin ik de jongeman achter de kassa van de boekwinkel gedag zeg en het heel zacht, als een onverstaanbaar piepje, uit mijn mond blijkt te komen. 'Dag.' Alsof ik zelf niet kan bepalen hoe mijn stem klinkt. Ik kijk er ook zo schichtig bij, met een veel te dik vest dat onder mijn veel te dikke jas uithangt. De jongeman fluistert 'dag' terug als ik de deur uitstap. Spiegelgedrag.
In de volgende boekwinkel vraagt de juffrouw na het afrekenen of ik er een tasje bij wil.
'Ja doe maar!' Ik probeer de woorden deze keer joviaal mijn mond uit te gooien. Zelfs mét een gratis bonuszin erbij;
'Doe maar. Het kan elk ogenblik gaan regenen hè?'
'Ik kan u echt niet verstaan.' Ze buigt welwillend naar voren.
'Doe maar een tasje.' Weer komt er haast geen geluid uit. En ik hoor best dat het binnensmonds klinkt en mijn ogen sla ik ook al neer. Alsof ik me voor mezelf schaam. Dat is geen werkbare houding. Maar ik heb er vandaag weinig zeggenschap over.
'Wat zegt u?' vraagt ze. 'Wilt u een tasje?'
Ik knik van ja. Het zou waarschijnlijk ook 'nee' kunnen betekenen. Ik sta daar maar wat met mijn hoofd te draaien als de juffrouw een tasje pakt en mijn boeken er tenslotte instopt.
'Nou doei!' zeg ik tegen de bewakingsmeneer die in de deuropening staat. Hij kijkt recht door me heen als ik de drukke winkelstraat in vloei. Uiteen vloei.
zaterdag 8 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten