'Hee, moet je eens kijken! IK. Dit ben ik!' roep ik.
Ik laat Man de foto op internet zien. Elke Geurts, veertien jaar. Met haar donkere haar in een staartje. Ze kijkt brutaal de lens in. (Dat is maar een houding van Elke Geurts.)
'Ze woont in onze streek. Bij het óórlogsmuseum!'
'Tutututut,' zegt man, 'dat is jouw streek niet meer.'
'Och,' zeg ik, 'ze rijdt pony bij de Bosruiterkes. Wat lief. Ik wist niet dat ik dat kon.'
'Dat ben jíj niet. Dat is een andere.'
'Dat is Elke Geurts. Staat hier.'
'Er zijn wel meer dus,' zegt hij.
'Luister, lieve Elke! Vanuit de toekomst spreek ik je toe.'
Ineens begin ik moederlijk tegen mijn jongere zelf op het scherm te praten.
'Jij kunt het nog allemaal anders gaan doen. Een minder modderig pad inslaan.'
Ik maak een toeter van mijn handen en roep: 'Jij hebt je hele leven nog vóór je, El! Ik geef je één goede raad: wees niet bang.'
Omdat ik het gevoel heb dat het niet echt aankomt, en omdat ik ook wel weet dat het op deze manier moeilijk communiceert, duw ik op 'contact met Elke Geurts.'
'Fuckerdefuck' komt er meteen te staan. 'Oprotten!'
(Dat bedoelt ze niet zo.)
dinsdag 3 juni 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Mocht Elke je kunnen horen...
Een reactie posten