maandag 23 februari 2009

Carnaval

We stonden naar de carnavalsoptocht te kijken. Minstens honderd trekkers met praalwagens kwamen voorbij. Met elk hun eigen geluidsinstallatie. Er stond een verzameling mensen in kleurige kielen en groene pruiken op hun hoofd. Het was Jeetjes eerste carnaval. Ze droeg de pippi langkous pruik die ik vroeger gedragen had. Mijn vader en mijn moeder hadden een hoedje op.

Mijn halve lagere schoolklas trok langs. Ik herkende ineens hun kindergezichten onder de geschminkte berengezichten. Op de wagen waar ze achteraan liepen, sprongen kleine kinderen heen en weer. In berenpakjes. Dat waren de kinderen van de kinderen van mijn lagere schoolklas. Ze moeten mij langs de kant hebben zien staan. Met pippi. Of misschien niet. Ze hadden plezier.

Pas toen de eerste prinsenwagen in het zicht kwam, flakkerde het carnavalsvuurtje op. Want prinsen gooien snoep. Koetjesrepen, toffees en zuurtjes. Prinsen uit sommige dorpen gooien marsrepen en rollen drop. Maar ze gooien niet naar mij deze keer. En erachteraan hollen, kan ook niet meer.

6 opmerkingen:

Anoniem zei

Geloof jij nog in prinsen dan? Jeetje!

Elke zei

Het ging mij meer om het snoep. Ik geloof in snoep. En als daar een prins aan vast zit, a la.

Anoniem zei

Gooiden ze ook niet naar Jeetje?
jammer.

Elke zei

Wel naar Jeetje. Maar niet naar Jeetjes mama. En Jeetjes mama houdt heel erg veel van snoep.

Anoniem zei

Schitterend!

Anoniem zei

Ik geloof ook in snoep! Ik geloof in drop en spekken en bastognekoeken, en in chocola, dat vooral. Als er geen prinsen zijn is er altijd nog chocola.