donderdag 19 februari 2009

Het leven volgens Jeetje

'Als jij nu nog één keer met eten gooit, zet ik je op de gang!'
'Laat jij mij dan de hele week staan?' vraagt Jeetje.
'Ja!'
'Ook als ik dood ben.'
'Dan ook.'
'Dat is een grapje, hè?' Jeetje kijkt me aan. Een mengeling van vrees en ongeloof.
'Je gaat niet dood op de gang.'
'Maar hoe weet jij dat?'

Na de maaltijd maken we nog een avondwandeling. Met zaklamp. Precies als we op de vuilniscontainer schijnen, gaat het deksel open. Er komt een hele lange, groene hand uit. Die ons begint te achtervolgen. We rennen.
'Dat was geen echte groene hand, hè' zeg ik als we van hem af zijn, 'dat maakt onze fantasie ervan.'
'Waarom maakt onze fantasie dat ervan?'
'We hebben veel fantasie.'
'Ja,' zegt Jeetje, 'dit paaltje bijvoorbeeld, is ook helemaal geen spook.'

Binnen reciteert ze: Dan ga ik zo m'n pyjama aan doen, yoghurt eten, tandenpoetsen, ga jij mij een verhaaltje voorlezen, slapen, morgen sta ik op, vitaminesnoepje, boterhammen eten, spelen, weer spelen en dan ga ik weer eten, wandelen, pyjama aandoen, verhaaltje, slapen, opstaan, in mei ga ik naar de basisschool, kom ik weer thuis en ..'
'Ja, leuk allemaal, hè!' onderbreek ik haar. 'Het blijft zich herhalen.'
'Dan gaan we dood,' zegt ze.
'Als we stokoud zijn.'
'Ja,' zegt ze. 'En dan komen we niet meer terug.'

2 opmerkingen:

Anoniem zei

mooi.

D zei

Gossie. En mooi, inderdaad.