Ik besloot mijn hol eens uit te kruipen om Jeetjes toekomstige school te gaan bekijken. In het wild. Maar het was vakantie. Dus ik wandelde maar wat.
Iedereen glimlachte onderweg naar me, zei me gedag of keek extreem vriendelijk. Was het bemoedigend bedoeld? Zat mijn haar gek? Had ik nu eigenlijk aan de lopende band sjans?
Een bouwvakker knipoogde zonder dat het ordinair was.
In de supermarkt stond ik in de rij achter twee Limburgse oudere dames die hun bonuskaart maar bleven zoeken, terwijl ik de cassière de mijne allang gegeven had. Maar dat hadden ze niet in de gaten. De cassière durfde het niet nog eens te zeggen. De dames wilden ook nog heel graag voetbalplaatjes.
Ik vond alle mensen onbeschrijflijk schattig vandaag. Zo ijverig bezig.
En toen ik thuiskwam trok mijn personage een tandje uit de mond van een zeven maanden oude baby.
dinsdag 24 februari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
11 opmerkingen:
O, da's ook toevallig, mijn personage heeft gisteren een 2-jarig kind van de trap laten vallen. Er zit meer gruwelijkheid in de lucht dan je denkt. Zie je wel: schijn bedriegt altijd.
Jij bent ook herboren! Dat wil zeggen, de wereld om je heen, en ze weten het zelf niet eens...
Cathelijne, o, god! en heeft jouw personage dan tenminste wel een beetje spijt? de mijne moet het vandaag nog krijgen.
Jan: hoe laten we het de wereld weten? Dat is het punt.
Sommige mensen sterven zonder ook maar iets van Carnaval te weten. Daar wordt ik heel verdrietig van.
Jan, dat verdriet ken ik nou weer niet zo goed.
Elke, gruwelijke spijt. Gisteren al.
Cathelijne, de mijne heeft helaas helemaal geen spijt gekregen vandaag.
Elke, o, leuk!
Cathelijne, wat leuk een link. Ik dacht dat je een ander was!
Ja, er zijn meer schrijvende Cathelijnes. Natuurlijk.
Geniale laatste zin...
Een reactie posten