vrijdag 13 februari 2009

De kapster

'Maar morgen is het Valentijnsdag,' zei de kapster, 'werk jij op Valentijnsdag?'
'Nou, werken,' zei ik, 'wèrken, wèrken. Ik ga ergens voorlezen.'
'O.'
'Ja, dan zal de zaal dus wel vol verliefde stelletjes zitten.'
'Waar?'
'Op Festival Mooie Woorden.'
'Uit je boek.'
'Ja.'
'Vind je dat niet eng?'
'Jawel.'
'Lijkt me ook.'
Stilte. Ik vraag me weer af of ze nou zwanger is of niet. En of ik daar niet iets vriendelijks over moet zeggen. Ik weet het haast zeker. Dat buikje had ze vorige keer niet. Haar gezicht is ronder. En vroeger kletste ze aan één stuk door. Het is zeker al vier/vijf maanden. Misschien wel zes. Er vallen steeds van die rare stiltes. Waarin ik eigenlijk een babbeltje had moeten opstarten. Waarin zij had willen zeggen dat ze zwanger is. Dat ze niet zo mollig is als ze nu lijkt. Maar dat zegt ze niet. En ik vraag het niet. Stel dat ze gewoon zo mollig is als ze nu lijkt.

6 opmerkingen:

Anoniem zei

Hmm ja, ik had geprobeerd een dame mee te krijgen naar festival mooie woorden, tevergeefs, maar misschien kom ik toch nog even kijken.

Anoniem zei

Onze vertrouwde polizuster Dickie ging zeer tegen haar zin met pensioen en stond met haar opvolgster in mijn spreekkamer. We maakten een ongemakkelijk praatje dat voor mij genant werd toen ik haar vroeg wanneer ze haar kind dacht te krijgen. Ze was helemaal niet zwanger....

Elke zei

O Anoniem, gruwelijk!
Daarom. Precies daarom.

Maarten misschien tot straks dan!

Elke zei

O Anoniem, gruwelijk!
Daarom. Precies daarom.

Maarten misschien tot straks dan!

Anoniem zei

Dat was een leuk verhaal. Zeer elkegeurtsig ook, het deed me denken aan een verhaal in je boek. Daar zit ook zo'n verhaal met een surrealistisch familiebezoek met een vreemde oom terwijl het eten in de oven staat te verpieteren.
Heb je nadien niet meer gezien, anders had ik nog even hoi en dag gezegd. Ander keer wellicht.

Elke zei

Dank je Maarten.
Jammer dat ik je niet zag.