Deetje, je hebt vanmorgen weer twee prikjes gehad. In allebei je warme beentjes één. Op het consultatiebureau in het nieuwe stadsdeel waar we wonen. Je brede lach bestierf op je lippen. Je ogen werden groot en schoten alle kanten op. Je armpjes maaiden in de lucht. Je geheugencellen zijn nu aangemaakt, zei de arts. Weer een dochter die beseft dat het leven gemeen kan steken.
Jeetje, je kwam vanmorgen heel opgewekt terug van een logeerpartij bij opa en oma. Je wilde meteen met je nieuwe buurmeisje gaan spelen. Je kwam erachter dat je als je bij je iemand aanbelt een 'nee' kunt horen. Ik heb liever dat jij nooit een 'nee' zou horen. Maar denk erom dat je het aanbellen voortaan niet zult laten.
Daarna viel je van een muurtje. Recht met je mond op de grond. Je krijste werkelijk als een speenvarken. Het bloed spatte in het rond.
'Komt het nog ooit goed. Mama, komt het nog goed,' herhaalde je.
'Het komt goed,' zei ik. 'Het komt absoluut goed.'
'Zo'n lip laten sommige vrouwen opspuiten,' zei opa, 'en die krijg jij er nu gratis bij. Dat is het voordeel, meisje.'
maandag 2 augustus 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Mooi, zo'n arts met zulke uitspraken. Alleen moet ie ze niet te vaak maken, want dan blijft er niks meer van het leven over. Dan zijn we slechts machines.
En nee's horen erbij. Ik herinner mijn eigen eerste nee. Zonder nee zo af en toe zou ieder mens onmogelijk voor zijn omgeving worden.
Een reactie posten