Het damrak trilde ervan. Midden op het trottoir en dus midden in de loop van honderden mensen zat een jongeman met dreadlocks, ontbloot bovenlijf en op blote voeten - ik zag heel smerige voetzolen - de aarde zelf te wezen. Hij blies op zijn didgeridoo, keek erbij alsof hij ver weg in de woestenij zat en één met de natuur geworden was.
Ik vind zulke jongemannen verwerpelijk. Ik vind ze verschrikkelijk irritant. Vaak zit er ook een bloedmooi meisje met een neusbelletje naast en een grote herdershond. Maar vandaag niet. De jongeman zat vandaag alleen en liet zijn muziekinstrument diepe klanken voortbrengen. The songlines.
Maar ik wilde het helemaal niet hebben over die aanstellerige idioot met zijn didgeridoo. Hoe hinderlijk kan zo iemand op je netvlies staan en blijven staan? Hoe hinderlijk kan zo iemand je in de weg zitten? Nu zit-ie zelfs hier ruimte in te nemen. De lul.
'Wat zegt nou dit over mij?' zou zomergast Paulien Cornelissen zich afvragen.
woensdag 11 augustus 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten