maandag 11 april 2011

Bezoek

'Hier zou ik echt nóóit willen zitten,' zei mijn oom toen hij in ons achtertuintje van 3 bij 6 meter zat. 'Voor geen geld!'
'Nee, nee,' zei ik.
'Nee,' zei hij. En hij keek naar links en naar rechts en naar voor en naar achteren. Overal om hem heen waren huizen, met ramen als ogen. Overal steen en glas. Alleen recht boven hem was de blauwe lucht.
Hij fluisterde: 'Iedereen kan ons zien zitten.'
'Dat kan,' zei ik, 'maar niemand kijkt.'
'Als er bij ons iemand over de dijk loopt, kijken wij al,' zei hij.
Mijn oom en tante wonen in een heel groot vrijstaand huis met een tuin die in de lente op één grote bloemenzee lijkt. Ze hebben uitzicht op de uiterwaarden en een rivier. Ik weet nog dat er - toen ik jong was - een keer een lijk uit Duitsland in hun tuin was aangespoeld. Ik herinner me de opwinding, en de foto's van een knalrode, opgezwollen man.
De naastgelegen ex-brandweerkazerne hoort er ook bij. Daar zijn al heel veel familiefeesten gegeven. Bij slecht weer zitten we in de kazerne. Bij mooi weer buiten onder de overkapping, waar vroeger de brandweerauto's geparkeerd stonden.
'Ik ga de tuin even bekijken,' zei mijn tante.
'Pas op dat je niet verdwaald!' zei mijn oom.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Hoi Elke,
verhaal klopt als een bus en die foto's hebben we op een keer weggegooid omdat er telkens een klein nichtje kwam die die foto's weer wilde bekijken.
groet nieky

Nageslacht zei

...nog een paar jaartjes en dan zullen Oom en Tante toch écht aan een flatje met klein tuintje moeten gaan wennen! :)

Elke zei

Dat is jammer, Nieky. Ik had die foto's nog weleens willen zien. Volgens mij was-ie ook blauw namelijk.
En Nageslacht, ik denk dat je tegen die tijd beter weer bij Oom en Tante in kunt trekken....