dinsdag 26 april 2011

Duiding van het lukrake

Ik lees ergens dat je lesgeeft op de manier waarop je zelf iets leert. Misschien zou ik het zo noemen: ik geef les op de manier waarop ik zelf werk. En die manier is niet doorzichtig. Noem mijn manier van werken maar gerust de Chaotische Grilligheid. Ook als docent/mens is dat mijn handelsmerk. Chaotisch en grillig. Leerlingen hebben houvast nodig, een structuur. Ze willen uitleg. Mijn methode is soms lastig te expliciteren. Je moet 'm ondergaan.
Het valt je in, je schrijft het op, je krast het door, je leest hier en daar, je begint met een 'gedegen' onderzoek naar het één en de volgende dag naar het ander. Dat is allemaal 'ergens' voor nodig. Zo ligt er momenteel naast mij op tafel de rede van Ger Groot over echte fictie en het fictieve ik, een krantenartikel van november 2010 met als kop Opvoeding tot onverschilligheid, 1000 talen van de wereld over levende , bedreigde en uitgestorven talen, Coert H. Linder Tasten naar schaamte en To kill a mockingbird van Harper Lee. Al die boeken opengeslagen, niets nog van A tot Z gelezen. Op mijn scherm een pagina van het ROC, de sector uiterlijke verzorging, omdat mijn hoofdpersonage de wens heeft kapster te worden. In een schriftje schrijf ik van alles op. Over aswolken in IJsland en over het Karaims dat in Litouwen door nog maar 200 mensen gesproken wordt.
Dat is geen leren. Dat is verzamelen. Ik verzamel. Ik ben een schrijver-verzamelaar. Voor een roman heb ik blijkbaar meer verzameltijd nodig dan voor korte verhalen. Dat vind ik niet gek. Al zit er ook een grens aan de verzameldrift. Die komt voor mij nu in zicht. Dat moet je ook maar net snappen.
Vooralsnog bied ik mijn leerlingen dus verzamelmethodes. Ik probeer ze hun materiaal bijeen te laten sprokkelen. Zoals ik dat zelf ook doe.
Het kan lukraak lijken. En dat klopt ook. Maar alles is ooit lukraak begonnen. Iedereen leeft op z'n eigen, lukrake manier en dat wil ik uiteindelijk precies boven tafel krijgen. Het liefst in mooie, coherente verhalen.

Geen opmerkingen: