woensdag 30 mei 2012

Alles loopt door elkaar

Mijn hoofdpersonage heeft een andere voornaam gekregen. Het was alsof ze steeds al tegen me zei: dit is niet mijn naam. Nu dan heb ik haar echte naam gevonden. En ook haar echte drijfveer. Daar ben ik al een paar weken achter. Het is alsof ze allemaal ergens al bestaan, de personages die ik toch echt allemaal zelf verzon. En hun drijfveren ook. Ze bestaan. Ik moet ze nog plausibel zien te maken. En ik moet uit zien te vinden wat er plausibel gemaakt moet worden. Ik moet mijn eigen teksten steeds maar analyseren. Gelukkig is tekstanalyse een sterke kant. Dus daar kan ik op vertrouwen. Maar het loopt door elkaar. Verbeelding, werkelijkheid. Zoals mijn imaginaire vriendje. Hij was bij me sinds ik kon praten en toen ik een jaar of twaalf/dertien was, bedacht ik dat hij weg moest. Ik tekende een vriendinnetje voor hem, gaf haar een naam en verzon dat hij met haar verder ging. Ik weet nog dat ik dacht: daar zal hij wel niet intrappen. Maar hij trapte er wel in. Nooit meer teruggezien dat gastje met z'n zwarte golvende haar. Hij wilde misschien ook al veel langer bij me weg. Maar was geheel afhankelijk van mijn verzinsels. Dat krijg je dan. Toch heb ik hem nooit meer terug kunnen bedenken. Dat werd ongeloofwaardig. Dat was hem ook niet echt.

dinsdag 29 mei 2012

De man die zichzelf overschatte

We aten Aziatische fusion op de stoep van de Zeedijk. Tijdens het voorgerecht viel er een dikke grijze man, - gigantische bermuda, lichtgeel t-shirt - bovenop zijn gezicht. Ik hapte net van mijn garnalenloempia toen hij met een klap op de stoeprand naast mijn tafeltje terechtkwam. Vier voorbijgangers schoten te hulp. We keken toe terwijl we aten. Het was een erg goeie loempia. Hij kraakte. Het sausje dat erbij zat, was ook precies goed. Niet te zoet. Niet te pittig. Het restaurant had niet voor niks een 9+ gekregen van Johannes van Dam. We waren allang blij dat we nog een tafeltje buiten hadden weten te bemachtigen. Naast mij hesen ze de gevallen toerist overeind. Toen ze hem eenmaal rechtop hadden staan, zag ik dat zijn grote neus rood en plat was. Ook zag ik schaafplekken. Hij keek zo intens bedroefd dat mijn loempia iets minder goed smaakte. Ik schatte hem een jaar of zeventig.
'Are you alright, are you alright,' riepen zijn helpers hem achterna.
'Yeah, yeah.' Hij ging zitten in de lege rolstoel die eraan kwam, haastig voortgeduwd door een maat van hem. Hij werd snel van de plaats waar hij viel weggerold. Mijn Koreaanse groenteschotel werd geserveerd. Die smaakte voortreffelijk. Al bleef ik bang voor vallende mensen.
Na het eten zag ik hem nog zitten op een terrasje op de Nieuwmarkt met een grote pul bier voor zijn neus. Zijn maat had er ook één. De rolstoel stond vlak bij hem. Weer zag ik die hele treurige blik in zijn ogen.

donderdag 24 mei 2012

De kinderlokker

Jeetje heeft een grote pleister op haar knie als ze thuiskomt uit school. Ze is maar net ontsnapt aan een kinderlokker op het schoolplein, zegt ze.
Ik had vandaag net een mail ontvangen van de directie over de kinderlokker. En of we er het met ons kind over wilde hebben. Er was een verwarde man op het schoolplein geweest. Het verhaal ging nu de hele school rond en het raakte een beetje uit z'n verband. Zoals dat vaker gaat met verhalen over kinderlokkers.

Even later zit Jeetje met het buurmeisje op het trottoir. Ik sta ernaast en hoor het buurmeisje vragen wat Jeetje met haar knie gedaan heeft.
'O, er was een kinderlokker op het schoolplein.'
'Een wat?'
'Een kinderlokker.'
'Daar heb ik nog nooit van gehoord,' zegt het buurmeisje.
'Die lokt kinderen.'
'O, joh, dat wist ik niet.'
'Ja,' zegt Jeetje. 'Hij vroeg of we mee naar een pretpark gingen.'
'En is dat leuk of niet leuk. Die kinderlokker?' Het buurmeisje aarzelt.
'Niet leuk,' zegt Jeetje. 'Ik ben weggerend en toen gevallen.'
Ik luister naar hun gesprek, zeg af en toe dat het wel meevalt met de hoeveelheid kinderlokkers. Dat ik niet denk dat hij echt een spoor van snoepjes achterliet. Maar een heel goede ingeving heb ik niet.
Na een tijdje vraagt het buurmeisje aan mij: 'Maar wat doet een kinderlokker dan met de kinderen als hij ze gelokt heeft?'
'Het gaat er gewoon om dat je je niet mee laat lokken', zeg ik.
Al met al had ik niet het gevoel dat ik het verhaal goed wist te ontzenuwen.

woensdag 23 mei 2012

Ga ervoor!

De organisatrice zei: 'In IJburg gaan toch alleen maar mensen wonen die aan het einde van hun relatie zitten.'
Ik verstond 'eind van hun leven'. Maar dat lag vast aan mijn stemming. Als ik aan mijn B.I.W dacht, dacht ik steeds aan mijn R.I.P. Zo'n stemming.
Cees Nooteboom was net terug uit Mexico, zei hij. Hij zat tussen twee reizen in zoals sommige mensen tussen twee banen. Mijn gedroomde leven.
De organisatrice zei: 'IJburg, IJburg, dan denk ik: waarom gaan jullie er niet VOL voor? Waarom gaan jullie niet in Almere wonen. De huizen zijn daar zelfs mooier. Het is er groener en goedkoper.'
Ik wilde er niet vol voor gaan. Ik was daar gaan wonen zonder er vol voor te gaan. Het bleek lang zo erg niet als ik van tevoren gedacht had. Het was er best goed. Ook al miste ik hier diversiteit. In alles.
'In IJburg wordt heel veel coke gesnoven.' De presentatrice van het radioprogramma kwam erbij staan. 'Er zijn cokefeestje en seksfestijnen. Dat hoor ik van verschillende kanten. En iedereen doet het daar met elkaar.'
Het scheen ook nog allemaal te gebeuren op het eiland waar ik woon. Recht onder mijn neus dus. Want zo groot is het hier niet.
Ze zei: 'Dompel je onder. Duik erin! Bedrijf onderzoeksjournalistiek.'

dinsdag 22 mei 2012

Voetlicht

Vanavond naar de Balie om het live radioprogramma Voetlicht bij te wonen. Met Cees Nooteboom, Don Duyns, ik en....Nou ja, kijk hier maar even. Ik ga een stukje lezen uit mijn B.I.W. (boek in wording)

maandag 21 mei 2012

Torpedo

Vandaag in het Parool als tekstje van 140 woorden en hier het filmpje. Ik geloof dat dit de opname is waarin ik geen één keer in de camera kijk. Dat komt omdat de zin in één keer gelezen moest worden. Het stond er ook in één take op. Zoals bijna al die filmpjes trouwens. (Maar het was mooier drie keer één te schrijven). Ik weet niet zeker of dit die opname is omdat ik nooit terugkijk. Maar ik vermoed van wel. Ik herinner me dat de regisseur het opnieuw wilde doen, die vond het op deze manier geen tv maar Carel was er toevallig ook bij en hij vond het passen bij het onderwerp. Ik begin ineens heel erg te twijfelen, misschien gaat het allemaal over een andere film.

vrijdag 18 mei 2012

Individuen

Het zijn mensen daar kom je dan weer achter. Het zijn individuen die voor de gelegenheid een groep moeten vormen. Hoe ouder ze worden, hoe meer dingen er spelen. Of: hoe gecompliceerder de dingen. Bij elkaar waren het negen kinderen. Met allemaal hun eigen verhaal. De ene komt stuurs binnen, gaat onder de trap zitten met zijn armen over elkaar en zwijgt. Maar hem ken ik goed en ik weet wat er speelt. Dat helpt. De andere kleeft aan haar moeder, haar ken ik nauwelijks, het is een nieuw vriendinnetje en niet uit Jeetjes klas. Het meisje kent de andere kinderen ook niet en vindt het dus eng. Doodeng. Ze moet er van huilen. Ik heb de tafel mooi gedekt, taarten gemaakt, alles is in orde. En als het kind blijft huilen, weet ik het ook al gauw niet. Behalve: 'Tja, als je niet wil, moet je maar weer weggaan.' Ik vind het zielig. Ik wil niemand dwingen. Gelukkig is daar mijn moeder die jarenlang voor groep 3 heeft gestaan en er heel goed in is om kinderen te ontdooien. Na zo'n feestje houden alle kinderen altijd van mijn moeder.
Ikzelf heb nooit gehuild op feestjes. Maar bij ons in het dorp waren er geen kinderen die je niet kende. Er waren maar een paar kinderen, er was maar één school, er bestond geen naschoolse opvang. Het was allemaal erg overzichtelijk. Wel waren er groepen en problemen binnen groepen. Ik kan mij alleen maar feestjes herinneren in bijkeukens en garages. Met borrelende frituurpannen vol frikadellen. Emmers mayonaise. Ik geloof dat we alleen op mijn feestje allerlei spelletjes samen deden. Omdat mijn moeder toen natuurlijk al wist hoe ze dat moest doen. Ik weet ook dat veel kinderen zo'n moeder wilde hebben als ik had.

woensdag 16 mei 2012

Feest

Iets voor half zes in de ochtend kwam er een schreeuw uit de slaapkamer van de kleine. Na de schreeuw was het weer stil. Maar wij hadden het gehoord en ik wist zeker dat we vandaag niet de enigen waren. Niet veel later stond de jarige al naast ons bed. Aangekleed. Haren gekamd. Gewassen. Totaal in de feeststemming.
'Je moet nog even teruggaan,' zei ik.
'Ja,' zei man. 'Ga anders maar even in bed liggen lezen.'
'Tot zeker half zeven,' zei ik.
De jarige ging zuchtend terug. Na een uur was ze er weer. We gingen met z'n drieën naar beneden. We hadden slingers opgehangen en een grote zeven op de stoel geplakt. Ze had ons die avond ervoor nog aan de slingers herinnerd. Ze was bang dat we haar daar misschien nu te oud voor zouden vinden. Met haar zeven jaren. Tegen alle gewoontes in bleef de kleine maar slapen. We moesten wachten met het feest. Om zeven uur maakten we haar wakker.
'Je zus is jarig,' zei ik.
'Ik ook jarig,' zei ze. 'Ik ook dootje.'
Toen kon het feest eindelijk beginnen.

maandag 14 mei 2012

Zondagmiddag

We waren op weg naar Footlocker Kids. Ze had nieuwe schoenen nodig. En wel snel. Ik liep nog alsof ik pas bevallen was, maar we kwamen er wel. We waren niet alleen in de Kalverstraat. We waren ook niet de enigen bij Footlocker Kids. De medewerkers hadden geen haast. Het leek alsof zij alles in slowmotion deden of niet. Hoe langer ik in het filiaal van Footlocker Kids stond, hoe erger de pijn aan mijn onderrug. Welke idioot ging er ook naar Footlocker kids op zondagmiddag? Op wat voor dag dan ook. Maar de zondag was toch wel de ergste dag. Dan vroeg je er ook om. Jeetje wees eerst de schoenen aan die ze mooi vond, dat waren alle schoenen in de rekken van Footlocker Kids, maar tenslotte wilde ze alleen afzichtelijke glitterschoenen met lampjes in de zolen. Die mocht ze van mij niet. Dat maakte haar ook niet veel uit. We gingen weg bij Footlocker Kids. Bij V&D was alles voor de halve prijs. Op de kinderafdeling hadden ze geen schoenen, maar het trof, ze moest ook nog een spijkerbroek. Die konden we niet vinden. Toen we tòch nog het een of andere gestreepte gevalletje gevonden hadden, bleek bij de kassa dat je alleen vijftig procent korting kreeg met airmiles. We verlieten de V&D zonder gestreept geval. We stapten in de tram die naar Slotermeer ging in plaats van naar het Centraal station.
'Kijk de tram rijdt met een omweg,' zei ik nog tegen haar.'Zo kom je er ook.'
Maar zo kwamen we er niet.

zaterdag 12 mei 2012

Filmpjes

Een paar dagen geleden kwam er weer een Torpedofilmpje van mij voorbij. Kijk maar naar Ons Bakbeest.

En anderhalve week eerder deze ook nog!

vrijdag 11 mei 2012

Uitje

De parkeerplaats die voor het Maxis terrein lag was groot. De wolken waren donkergrijs, hingen laag, benauwden. Ik trok met één been en stak schuin over. Ik trok ook gekke gezichten. Waarschijnlijk had ik te lang gezeten die dag. Als ik op een bepaalde manier bewoog, was het alsof de punt van een vork in een zenuw geduwd werd. We waren naar de Toys XL geweest en daarna ging ik nog even in de Hema kijken en man in de Xenos. Op zoek naar knutselspulletjes voor haar verjaardag. Het was bijna vijf uur. Er was haast bij. Het ene kind zat op de crèche. Het andere was nog bij de naschoolse opvang. We moesten ook eten verzinnen om te koken. Als ze thuis zijn, hebben ze honger. Die kleine vooral. Die grote begint bij voorbaat te zeuren dat ze het niet lust. Man voelde zich slapjes en had de hele tijd alleen het nodige gezegd. Op het terrein zat ook een MC Donalds drive in. Nee, het was van de concurrent van MC Donalds waarvan ik nu de naam vergeten ben. Bij de Albert Heijn XL kocht ik een courgette. Ik dacht dat we nog noedels hadden. Maar thuisgekomen bleek dat dat niet zo was. Dus aten we rijst. Dat kwam ons duur te staan. De grote houdt niet van rijst. Op een gegeven moment zaten we aan tafel. De grote rechts van mij zong een lied dat ze vandaag geleerd had, en de kleine aan de linkerkant besloot 'vader jacob' in te zetten. Daarachter at man met lange tanden zijn rijst. Een hand ondersteunde zijn hoofd. Ik zat heel stil op een kussentje.

woensdag 9 mei 2012

Kortom

Op kousenvoeten snelde ik de trap af, laptop in mijn hand, het was nog door mijn hoofd geflitst dat ik het ding beter boven kon laten staan, want als daar iets mee gebeurt, alles kwijt... Het volgende moment lag ik onderaan de trap stilletjes te snikken. Ik ving me niet met mijn handen op, alles om die laptop maar te beschermen.
'Mama, ik kan niet slapen,' hoorde ik Jeetje zeggen.
'Ik kom je zo nog een kusje geven,' zei ik.
'Wat was er net gevallen?'
'O, dat was ik.'
'O, jij.'
'Ja, ik moet hier even blijven liggen. Dadelijk kom ik. Goed?'
Kruipend ging ik de trap weer op. Ik kroop door de gang, ik gaf het kind een kusje op haar wang en zei haar lekker te gaan slapen. Eenmaal beneden snikte ik weer verder. Bij de minst of geringste beweging zak ik door de grond, het voelt alsof een tandarts steeds recht op een open zenuw duwt. Staartbeen gekneusd, gebroken, verbrijzeld. Zoiets zal het zijn. Rust geven. Niet teveel zitten. Niet teveel lopen. Niet teveel liggen. Kortom.

dinsdag 8 mei 2012

Veel werelden

Op de heenweg fietste ik een ex voorbij, ik ging rechtdoor en hij precies de andere kant op. 'Hee!' riep ik. Maar er kon niet gestopt worden want ik was op weg naar café Cox om voor te lezen. Waar hij naartoe ging wist ik allang niet meer. Ergens ter hoogte van het Amstelhotel was er een luid toeterend busje, daarin zat mijn vroegere overbuurman te zwaaien. Ik had het gevoel alsof ik door een dorp racete. Bij CoxTales deed ik een stukje uit mijn roman en de mensen waren heel stil. Dus dat is goed. De sfeer was aandachtig. Op een gegeven moment werd er gezegd dat A.F.Th van der Heijden de Libris gewonnen had. Daarna kwam ik bij de vriendin terecht waar een heleboel schrijverstypes zich verzameld hadden met chips en bier om de uitslag van de Librisliteratuurprijs af te wachten. We kenden twee genomineerden, dus die hadden het moeten worden. Maar ik vond Tonio ook een indrukwekkend boek. Daar kon niemand gemakkelijk omheen. Op een gegeven moment bevond ik me in het Amstelhotel. Ik was daar nooit eerder geweest. Een tijdje stond ik op het terras over het water uit te kijken. We praatten over chronologie van een roman, het gebruik van tijd en het woord 'vrollie.' Ook heb ik nog in mijn eentje door het hotel gezworven op zoek naar het toilet. Op de terugweg fietste ik heel hard om de schrijver bij te kunnen houden die de volgende dag alweer in Berlijn moest voorlezen. Toen hij afsloeg, was ik de weg kwijt. Verder kwam ik niemand meer tegen.



maandag 7 mei 2012

Vanavond

Vanavond een Kort Door De Bocht Verhaal van mij, bij café Cox, Leidseplein.
Aanvang: 20.30 uur. Is dat niet leuk?

COXTALES KORT DOOR DE BOCHT

​En dan maken we het vandaag maar helemaal officieel bekend, de gasten voor vanavond zijn: A.L. Snijders, Herman Koch, Elke Geurts en Gilles van der Loo. Muziek van Wouter Bernink, uw immer charmante gastheer van vanavond is: Arjen Lubach!
Het thema is: kort door de bocht, een ode aan het korte verhaal.

Geluk

Deetje werd twee jaar op bevrijdingsdag maar vandaag gaan we dag drie van haar verjaardag in. Vanmorgen liepen we hand in hand naar de crèche, ik en het dappere ding met de verfrommelde papieren hoed op haar kop, nog net met plakband aan elkaar hangend. Ze wil nooit een echte muts op, maar een feesthoed is heel wat anders. Zoiets voelen ze meteen. Eenmaal binnen wist ze niet hoe ze zich moest gedragen als 'jarige'. Maar al gauw speelde ze weer met haar beste vriend, hoorde ik haar alleen af en toe zeggen 'ik ben jarig.' Gisteravond was ze zo moe dat ze in bad in slaap viel. Bovenop mij liggend als het opgerolde baby'tje van twee jaar geleden. Met veel moeite was de feestmuts afgezet. Ik had haar gewaarschuwd dat het papier in bad week zou worden en zeker kapot zou gaan. Daar lag ze dan met haar armen om mijn nek geklemd. Ik wiegde ons heen en weer. Ik deed steeds een beetje warm water over haar rug en dacht na over vrijheid. Daar had ik net over gelezen op het weblog van Jan van Mersbergen. Ik bedacht me dat vrijheid en geluk echt hetzelfde waren. Toen kwam Jeetje de badkamer binnenstormen en werd de twee-jarige wakker. 'Nog negen nachtjes slapen,' zei Jeetje, 'dan ben ik zeven.' En ze sprong erbij in bad.
Nu nog acht nachtjes.

donderdag 3 mei 2012

Voor een centje

Er staan twee ontwapenende meisjes van een jaar of acht/negen voor de deur.
'We doen een liedje zingen voor een centje,' zegt de jongste. Ze glimlachen allebei.
'O,' zeg ik. 'Maar niet hier. Want ik ben aan het werk.'
'Sorry,' zeggen ze en lopen verder.
Ik doe de deur weer dicht.
Het zijn hele beleefde meisjes. Schattig zien ze eruit. Ze spelen viool denk ik. Maken zelf spaghetti met de pasta-machine. Houden van knutselen en natuur. Dragen regenlaarzen. Maar 'we doen liedjes zingen voor een centje' hou ik echt niet van. Het stuit me tegen de borst. Niet alleen om het slechte Nederlands. Ik weet niet precies waarom.

woensdag 2 mei 2012

Hypochondria

Het is maar goed dat ik voor het schrijven het huis niet uit hoef, was mijn eerste gedachte.
Dit werk kan ik in ieder geval altijd blijven uitoefenen. Ook als ik volledig ten prooi gevallen ben aan deze zeer zeldzame auto-imuunziekte - 50 Nederlanders hebben het - waarbij ik langzaam zal veranderen in een trol. Het begint in 89 procent van de gevallen bij de oren. Die zullen eerst vergroeien en verkroppen, totdat ze totaal verfrommeld aan mijn hoofd zitten. Ik heb ook afbeeldingen van dubbelgevouwen oren gezien en geruïneerde neuzen. De neus zal indeuken. Nee, eerst vervormen daarna pas, als het kraakbeen volledig verdwenen is, inzakken. Plastische chirurgie zal het reukorgaan misschien weer enigszins toonbaar kunnen maken. De huid zal geïnfecteerd raken, de oogbal opbollen. Ik heb het allemaal gezien op internet. Maar ik kan blijven schrijven. Ik hoef geen mens onder ogen te komen. Dat is fijn. Er is niets tegen deze ziekte te doen. Levenslang medicijnen innemen waar je moddervet van wordt, alleen om het proces een beetje te remmen.
'Zo, zo,' zegt man als hij dit hoort. 'We zullen nu nog maar even van je genieten.'
'Wil je me nog wel met die kroepoekoren en zonder neus,' zeg ik. 'En heel heel erg dik.'
'Nee,' zegt hij. 'We zetten wel ergens een huisje neer achterin de tuin, daar bezoeken we je soms.'
Dat leek mij ook het beste.
Vannacht zei hij: 'Wil jij je wel bij de feiten houden. Jij hebt alleen maar een paar bobbeltjes op je oren.'
'55 procent overlevingskans na 10 jaar.'
'Hoe heette die ziekte ook alweer?' vroeg hij. 'Hypochondria?'
Maar vanmorgen is er wel degelijk bloed geprikt. Toen ik het formuliertje ophaalde bij de huisartsenpraktijk, wisten ze volgens mij meteen waar ik voor kwam.


dinsdag 1 mei 2012

Oren

Toen ik die avond in de spiegel keek, herinnerde ik me plotseling alles wat ik de afgelopen tijd over oren gezegd had. Of gelezen. Het scheen mij ineens toe dat ik onbewust buitensporig veel met het uitwendige oor bezig was geweest. Dat kon geen toeval zijn. 's Middags nog, op de vrijmarkt, was ik een bekende tegengekomen die me vertelde dat hij vreemde oren had en daarom geen podcasts kon luisteren als hij ging rennen. Die dopjes bleven niet hangen. Hij liet me zijn oren zien.
'Dat zijn inderdaad heel gekke oren,' had ik gezegd. En erbij gelachen.
Staand voor de spiegel kon ik maar niet terughalen of ik toen mijn haar opzij gedaan had om hem mijn zogenaamde modeloren te showen. Niet wetende wat ik hem toonde. Ik hoop dat ik dat niet heb gedaan. Hij heeft er in ieder geval niets van gezegd. Als ik hem mijn oren heb laten zien, heeft hij uit beleefdheid gezwegen. Geglimlacht.
Ik drukte op de uitstulpingen van het kraakbeen, maar ze deden geen pijn.
Wat is er gebeurd? dacht ik. Het is geen droom. Van het ene op het andere moment waren mijn beide oorschelpen misvormt. Alsof er een roze garnaal op groeide en als het groeiproces in dit tempo doorging, zouden het morgen reeds gamba's zijn.
'Als je ouder wordt gaat je neus groeien,' zei man, 'en je oren geloof ik ook.'
De zoekmachine gaf me heel weinig informatie over de plotselinge transformatie van de vorm van mijn twee oren. Het waren ook geen bloemkooloren want niemand had ze ook maar met een vinger aangeraakt. De afgelopen nacht sliep ik onrustig. Ik droomde over wildgroei aan mijn oren. En dat het maar doorging.