We aten Aziatische fusion op de stoep van de Zeedijk. Tijdens het voorgerecht viel er een dikke grijze man, - gigantische bermuda, lichtgeel t-shirt - bovenop zijn gezicht. Ik hapte net van mijn garnalenloempia toen hij met een klap op de stoeprand naast mijn tafeltje terechtkwam. Vier voorbijgangers schoten te hulp. We keken toe terwijl we aten. Het was een erg goeie loempia. Hij kraakte. Het sausje dat erbij zat, was ook precies goed. Niet te zoet. Niet te pittig. Het restaurant had niet voor niks een 9+ gekregen van Johannes van Dam. We waren allang blij dat we nog een tafeltje buiten hadden weten te bemachtigen. Naast mij hesen ze de gevallen toerist overeind. Toen ze hem eenmaal rechtop hadden staan, zag ik dat zijn grote neus rood en plat was. Ook zag ik schaafplekken. Hij keek zo intens bedroefd dat mijn loempia iets minder goed smaakte. Ik schatte hem een jaar of zeventig.
'Are you alright, are you alright,' riepen zijn helpers hem achterna.
'Yeah, yeah.' Hij ging zitten in de lege rolstoel die eraan kwam, haastig voortgeduwd door een maat van hem. Hij werd snel van de plaats waar hij viel weggerold. Mijn Koreaanse groenteschotel werd geserveerd. Die smaakte voortreffelijk. Al bleef ik bang voor vallende mensen.
Na het eten zag ik hem nog zitten op een terrasje op de Nieuwmarkt met een grote pul bier voor zijn neus. Zijn maat had er ook één. De rolstoel stond vlak bij hem. Weer zag ik die hele treurige blik in zijn ogen.
dinsdag 29 mei 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten