Op kousenvoeten snelde ik de trap af, laptop in mijn hand, het was nog door mijn hoofd geflitst dat ik het ding beter boven kon laten staan, want als daar iets mee gebeurt, alles kwijt... Het volgende moment lag ik onderaan de trap stilletjes te snikken. Ik ving me niet met mijn handen op, alles om die laptop maar te beschermen.
'Mama, ik kan niet slapen,' hoorde ik Jeetje zeggen.
'Ik kom je zo nog een kusje geven,' zei ik.
'Wat was er net gevallen?'
'O, dat was ik.'
'O, jij.'
'Ja, ik moet hier even blijven liggen. Dadelijk kom ik. Goed?'
Kruipend ging ik de trap weer op. Ik kroop door de gang, ik gaf het kind een kusje op haar wang en zei haar lekker te gaan slapen. Eenmaal beneden snikte ik weer verder. Bij de minst of geringste beweging zak ik door de grond, het voelt alsof een tandarts steeds recht op een open zenuw duwt. Staartbeen gekneusd, gebroken, verbrijzeld. Zoiets zal het zijn. Rust geven. Niet teveel zitten. Niet teveel lopen. Niet teveel liggen. Kortom.
woensdag 9 mei 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten