Jeetje heeft een grote pleister op haar knie als ze thuiskomt uit school. Ze is maar net ontsnapt aan een kinderlokker op het schoolplein, zegt ze.
Ik had vandaag net een mail ontvangen van de directie over de kinderlokker. En of we er het met ons kind over wilde hebben. Er was een verwarde man op het schoolplein geweest. Het verhaal ging nu de hele school rond en het raakte een beetje uit z'n verband. Zoals dat vaker gaat met verhalen over kinderlokkers.
Even later zit Jeetje met het buurmeisje op het trottoir. Ik sta ernaast en hoor het buurmeisje vragen wat Jeetje met haar knie gedaan heeft.
'O, er was een kinderlokker op het schoolplein.'
'Een wat?'
'Een kinderlokker.'
'Daar heb ik nog nooit van gehoord,' zegt het buurmeisje.
'Die lokt kinderen.'
'O, joh, dat wist ik niet.'
'Ja,' zegt Jeetje. 'Hij vroeg of we mee naar een pretpark gingen.'
'En is dat leuk of niet leuk. Die kinderlokker?' Het buurmeisje aarzelt.
'Niet leuk,' zegt Jeetje. 'Ik ben weggerend en toen gevallen.'
Ik luister naar hun gesprek, zeg af en toe dat het wel meevalt met de hoeveelheid kinderlokkers. Dat ik niet denk dat hij echt een spoor van snoepjes achterliet. Maar een heel goede ingeving heb ik niet.
Na een tijdje vraagt het buurmeisje aan mij: 'Maar wat doet een kinderlokker dan met de kinderen als hij ze gelokt heeft?'
'Het gaat er gewoon om dat je je niet mee laat lokken', zeg ik.
Al met al had ik niet het gevoel dat ik het verhaal goed wist te ontzenuwen.
donderdag 24 mei 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten