In Jeetjes ooghoeken verschijnen zwarte handjes, en soms een witte. Ze hoort paarden hinniken in de straten. En op de gekste momenten gestommel. In haar slaap woelt ze. En elke nacht wordt ze wakker omdat er een - lieve - man met een mijter bij haar in bed was komen liggen. 'Echt waar,' fluistert ze.
'Echt waar,' zeg ik.
Lang voor het licht is, begint het zingen al. Ernstig. Devoot. Het hele repertoire. En op de melodie van Jeetjes liederen, begin ik te denken. Aan de 'tournee'. En wat ik wanneer aanmoet. En wat ik wanneer voorlees. En of de trein wel rijdt. Dat ik via station Bijlmer moet. En of ik de weg wel terugvind. En hoe dat over twee weken zal gaan. En of ik het nieuwe boek ooit afkrijg. Ik tel de maanden die mij nog resten, en tel maar door.
'Je moet je eens leren focussen op wat er nu is,' zegt man, 'anders ga je nog denken aan de sokken die je volgende week maandag aan moet.'
vrijdag 28 november 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Ik vind dat je man gelijk heeft, eerst maar wat focussen enzo.
Een reactie posten