vrijdag 11 december 2009

Aan Flarden

Het is vier uur, maar al donker aan het worden. We houden halt voor het raam van de benedenwoning in onze straat. Jeetje, haar vriendje en ik. Met open monden bezien we het schouwspel van de kalfshonden die er met z'n drieën tegelijk tegenaan aan het springen zijn, en met hun poten de vitrage kapot scheuren. Die in steeds kleinere reepjes voor het raam komt te hangen. De honden blaffen, grommen en springen. Ze zijn volledig door het lint aan het gaan. Het zijn twee zwarte kalveren en een roodbruine. Af en toe rent er één blaffend de woonkamer in - aan het gerommeldebommel te horen dat dan volgt, is ook het interieur niet meer heel - en komt dan weer terug naar het raam. Het glas trilt in de sponning. De honden laten hun nagels er overheen krassen. Hun ogen glinsteren.
'Kom, we lopen maar eens door,' zeg ik tegen de kindjes. Eentje met een bruine krullebol en een blonde met een gebreid mutsje op. Ik trek aan hun mouwtjes. 'We lopen nu door. NU.'

Geen opmerkingen: