vrijdag 4 juni 2010

Schaduwmensen

De voordeurbel gaat.
'We doen niet open, Jeetje,' fluister ik.
Ik weet wel wie het zijn. Het is vrijdagmiddag na school- en werktijd, de kinderen spelen buiten met skateboards en emmers water. Hun ouders zitten op het trottoir met bellen wijn en Franse kaasjes. Wij zijn binnen.
De bel gaat weer. Jeetje staat op een stoel voor het aanrecht en houdt haar hoofd onder de kraan. Voor ze van de stoel kan springen, heb ik haar al tegengehouden.
'Maar ik wil ook spelen,' zegt ze.
'Dat kan nu niet,' fluister ik. 'Dat begrijp je toch wel.'
'Waarom niet?'
'Ik ben met je bezig.'
'Mag het daarna?'
'Misschien kan het straks,' fluister ik. 'Straks '
Met een dikke laag crèmespoeling plamuur ik Jeetjes hoofd. Zwijgend begin ik te kammen met een klein kammetje. Van links naar rechts. Van onderen naar boven. Bij de slapen. Het achterhoofd. En dan weer van voren af aan. Vanaf de zonnige zijde van de straat klinken vrolijke kinderstemmen, het gerinkel van de glazen, het kraken van zakken chips. Gelach.
'Is het nu klaar?' zegt Jeetje na een hele tijd.
'Nee, de speciale spoeling moet nog,' fluister ik. 'Jij blijft binnen.'
Als ik daarmee klaar ben, pak ik mijn portemonnee, mijn fietssleutel en haast me het huis uit. Op weg naar de apotheek voor nog meer van dat stinkspul. Zodra ik de voordeur achter me dichttrek, kijkt een muur van buren me aan. Hun gezichten schitteren in het zonlicht. Ik sta alleen aan de schaduwkant van de straat.
'Hohoi!' roep ik naar de overkant en krab achter mijn oor.
'Is Jeetje niet thuis?' roept een moeder. Volgens mij is die al behoorlijk tipsy.
'Jawel, hoezo?'
'Mijn dochtertje wil met haar spelen.'
'O.'
'Ik had al een paar keer aangebeld. Heb je dat niet gehoord?'
'Nee.'
'Komt ze naar buiten?'
'Ze kan nu helaas niet,' zeg ik.
'Wat zeg je?'
'Ze is bezig.'
'Mijn dochtertje wil met haar spelen.'
'Ze zit toevallig net in bad,' roep ik. 'In bad!'
'NU?'
'Vindt ze fijn. Na schooltijd. Lekker ontspannen.'
Ze houden allemaal op met drinken. De kinderen spelen niet meer. Een gezamenlijke buurmuur staart me aan.
'Ze komt straks misschien nog wel,' mompel ik en pak mijn fiets vast.
'Hoi! Ik heb luizen!' Jeetje is bij mij komen staan. In een jurkje. Met haar natte haar. Breed lachend rent ze de weg over. Luid scanderend: 'ik heb luizen, ik heb luizen!'

2 opmerkingen:

Anoniem zei

ha ha ha ahaaaaa

Melilot zei

praaagtig verhaaal heeel veeel gelage !!!