woensdag 8 februari 2012

De vlieg

's Avonds zaten we bij de haard. Man zat op de stoel en las de krant en ik zat op de bank met de net gepresenteerde dichtbundel van Anne Büdgen. Hoe langer mijn proza wordt, hoe meer ik me ga interesseren voor poëzie. Het kan zoveel korter. Eigenlijk ben ik een dichter. Ik voel me ook het meest thuis onder dichters. Alleen dicht ik nooit meer.
'Nee, jij bènt geen dichter,' riep man nog voor ik het weer hardop gezegd had.
Poëzie is geheimzinniger. Het laat zich niet zo makkelijk kennen. Het kan vanalles oproepen en toch dwingend zijn. Ik begrijp niet hoe het werkt. Hoe je het maakt.
Als vanzelf begon ik man voor te lezen. Hij keek kort op van zijn krant en nadat ik een paar gedichten voorgelezen had, zei hij: De vlieg loopt/Over de muur/En denkt er het zijne van.

1 opmerking:

Anoniem zei

Jawel hoor!
HLM