In iedere vader die ik tegenkom, zie ik de boze vader. En er rennen nogal wat vaders door dit park. Net zoveel vaders als konijnen in dit deel van Amsterdam. Ze zouden in principe allemaal boos op mij kunnen zijn. Echt vriendelijk kijken de mannen niet, nu ik er eens op let. De meesten hebben verbeten koppen. Spiedende blikken. Bij elke stap die ik zet, kan ik in principe in mijn nek gegrepen worden. Ik herken hem niet, maar hij mij waarschijnlijk wel. En terwijl ik ren, schieten de zinnen door mijn hoofd. Woorden als kanonskogels. Alles zet ik in. Totdat ik zeker weet dat ik de boze vader aan het huilen heb. Grienen moet hij. Boeten. Aanval is de beste verdediging. Blijven schieten op een dood konijn.
De boze vader mailde mij naar aanleiding van mijn column in de buurtkrant. In de eerste regel adviseerde hij me voorgoed te stoppen met schrijven omdat hij er boos van werd. In de tweede regel eiste hij uitleg bij mijn stukje. Hij ondertekende met Een boze vader. En toen ik braaf wat uitleg gegeven had, kreeg ik een mail terug waarin hij ondertekende met Nog bozere vader.
De volgende mail zal moeten eindigen met Een verslagen vader.
Gelukkig staan we er allebei boven, de boze vader en ik. Gelukkig zijn we volwassen en weldenkend. Maar de lijn kan eng dun zijn, merk ik bij mezelf. De onredelijkheid ligt altijd wel op de loer.
donderdag 29 maart 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Je eerst haat mail! je hebt het gemaakt in de wereld.
Een reactie posten