dinsdag 27 maart 2012

Vrouwen en vriendschap 2

'En toen heb ik in het oor van vriendin 1 gefluisterd dat ze mijn hartsvriendin was,' zegt Jeetje (6). 'En dat vond vriendin 2 helemaal niet leuk.'
'Dat is ook niet leuk.'
'Nee.'
'En je wilde perse dat vriendin 2 kwam spelen vandaag. Je hebt me uitgescholden omdat het niet mocht.'
'Vriendin 2 was aan de beurt. Vriendin 1 heeft al twee keer achter elkaar bij mij gespeeld.'
'Ja, èn?'
'Vriendin 1 is mijn hartsvriendin natuurlijk helemaal niet, hè?'
'Waarom fluister je dat dan in haar oor?'
'Anders wordt ze weer boos.' Jeetje zucht. 'Vriendin 1 wordt heel erg snel boos.'
'Daarom zeg jij dat ze je hartsvriendin is.'
'Ja, dat vindt ze leuk.'
'Jij zegt zomaar iets om een ander tevreden te stellen.'
Jeetje giechelt. 'Ze hebben de hele dag ruzie gemaakt over wie er met mij mag spelen. En nu spelen ze allebei niet bij mij!'
'Nee,' zeg ik.
'Als je ergens ruzie om maakt, krijg je het ook niet!' zegt ze.
Ik probeer haar uit te leggen over boosheid en dat dat niet haar verantwoordelijkheid is, we praten over vriendschap, leugens en de zin of onzin van het woordje hartsvriendinnen. Etcetera.
'En met wie heb je gespeeld vandaag?' vraagt man bij het avondeten.
'O, met vriendin 4!' zegt Jeetje.

Geen opmerkingen: