'Is Jeetje weer zo stout tegen jou?' vraagt de crèchejuffrouw met de Spaanse tongval.
'Tegen MIJ? Weer. Nee. Helemáál niet! Hoezo?' Ik hef mijn kin op. Van: wat moet je? En: hè! hè! Waarom zou ze stout zijn tegen mij? Denk jij dat ze iets tegen mij heeft. Haar bloedeigen moeder. Waarom denk jij dat, juffrouw? Ze heeft eerder iets tegen jou, mens. Met die vurige blik van je. En dat temperament.
'O, ze is de laatste dagen zo stout op de crèche,' lacht de juf.
'Ze was er gisteren voor het eerst,' zeg ik kortaf.
'Voor de vakantie was ze al zo stout,' zegt de juf.
Ik kijk de crèche rond. Denken ze het soms allemaal hier? Roddelen ze erover achter mijn rug; de juffrouwen. Alleen omdat Jeetje voor de vakantie een periodetje had dat ze absoluut niet mee terug naar huis wou, als ik haar op kwam halen.
'Leuk stout,' zegt de juffrouw. (Haar accent werkt op mijn zenuwen.) 'Zo leuk, ze begon ineens stout te doen. Ons uit te dagen en zo. Terwijl ze altijd zo braaf is. En toen dacht ik: aha, daar komt de ware Jeetje uit de mouw.'
'O zo,' zeg ik.
donderdag 8 januari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten