zondag 31 januari 2010

Ik ben een streepje

'Mama, ik heb een vraag voor de krant!' roept Jeetje vanuit de woonkamer.
'Wat zeg je, honey?' Ik zit in de rode kamer te lezen en houd mijn vinger bij de alinea over de gevangenis waarin een zwangere verkeert.De eenzame cel.
'Waarom bestaat de hele wereld uit streepjes?'
'Dat is een goeie. Dat heb ik me ook weleens afgevraagd.'
'Wat bestaat er dan uit streepjes?' vraagt man.
'Alles toch?' zeg ik.
'Ja, alles bestaat uit streepjes,' roept Jeetje. 'Overal zijn streepjes. De bank, de stoel, het raam, de vloer, het papier, mijn vinger en mijn hand, de tafel, de stiften...'
'Streepjes?' vraagt man.
'Zie jij dat niet?' vraag ik.
Hij schudt zijn hoofd.
'Ik weet nog dat ik erachter kwam dat er overal om me heen streepjes waren,' zeg ik, 'en dat al die streepjes ook nog eens met elkaar verbonden zijn.'
'Of puntjes,' krijst Jeetje nu. 'Puntjes! Als je goed kijkt, mama, zie je overal hele kleine puntjes. En dat worden dan streepjes.'
Op dit punt haakt man af.
Groetjes, Streepje (en Puntje)

Ik ben een krat

Vanmorgen stond ik voor mijn boekenkast in mijn oude, rode werkkamer en pakte In het land van moeders van Rachel Cusk.
Het was zo'n feest van herkenning dat ik dacht flauw te vallen. Ik ben Rachel, dacht ik. Maar dat was natuurlijk niet zo. Ik was gewoon Elke. Voor zover daar nu nog sprake van kan zijn. Rachel zegt over zwangerschap: 'Ik ben niet louter de chauffeur van een kostbare lading; ik ben ook de krat, de container, en hoewel mijn houdbaarheid onder strenge supervisie staat, blijft de manier waarop ik opengebroken zal worden bij aankomst op onze bestemming in mysteriën gehuld.'
Ik had het boek al eens gelezen, vorige keer. Jaren geleden. Toen ik voor het eerst moeder werd. Ik heb zin om alles wat ik net las over te schrijven. Omdat ik het zelf niet beter kan verwoorden. Maar doe dat niet. Wie er echt iets van wil weten -meestal vrouw, meestal moeder of bijna - raad ik aan dat boek te lezen.
Groetjes, Krat.

vrijdag 29 januari 2010

Gekwebbel

De dag begint nog maar net of ik neem mijn woorden van gisteravond al terug. Ik zeg: het is toch het beste om als een kluizenaar door het leven te gaan. Geef mij de Salinger-stijl. Maar nu is het al te laat.
De afzijdigheid is alles. De rest is gezeik, be(ver)moeienis, oponthoud. En ik wil hier op deze ochtend ook wel weer eens bout beweren dat het hele leven een groot oponthoud is. Dat gevuld moet worden.
Ik ben heus niet met het verkeerde been uit bed gestapt.
Kom, ik ga maar eens facebooken, twitteren, mailen, bellen, werken, tijd vullen.

donderdag 28 januari 2010

Niet dat ik het kluizenaarschap prefereer

Vandaag ben ik er weer een paar keer op gewezen dat de meesten maar wat doen in de wereld. In welke sector dan ook. Dat er altijd weer andere belangen spelen, waar je de vinger niet precies op kunt leggen. Dat je de dingen nooit zomaar kunt vertrouwen. Nu ben ik prompt vergeten wanneer ik dat ook alweer dacht. Ik ben de anekdote kwijt. De clou is mij ontglipt. Vergeef mij. Het grote verweken van de hersenen is begonnen.
Mijn idee van vandaag was: zodra je een wereld van binnenuit leert kennen is er sprake van sabotage, onverschilligheid, leugens, spelletjes. Niet dat dat erg is. Niet dat ik hiermee wil zeggen dat je je als J.D. Salinger moet terugtrekken van alles. Niet dat ik de afzijdigheid propageer.
Maar je kunt er, als je niet oppast, een stevige hoofdpijn aan overhouden.

woensdag 27 januari 2010

Mijn nieuwe werkgeefster

Sinds sinterklaas lees ik Jeetje elke avond een hoofdstuk uit de 'De grote kleine kapitein' voor. Dat zijn alledrie de delen van De kleine kapitein ineen. We zijn inmiddels bij boek drie: De schat van schrik en vreeze. In alle boeken is de Nooitlek op weg naar de thuishaven, maar steeds komt er iets tussen waardoor ze die haven toch niet bereiken.
'Die schrijver moet er wel héél veel plezier in hebben gehad,' verzucht Jeetje.
'Hoezo?'
'Ze komen er nooit. Dit verhaal houdt maar niet op.'
'Dat is waar.'
'Jij hebt het niet geschreven, hè?'
'Nee, Paul Biegel.'
Dan zegt ze: 'Als jij een keer een kinderboek schrijft, krijg jij van mij een verrassing, mama.'
'Waar zou dat boek over moeten gaan?'
'Dat mag jij zelf weten,' zegt Jeetje. 'Het moet voor mij natuurlijk ook een verrassing zijn.'
'O, oké. Dus jij laat me daar vrij in?
Ze knikt.
'En wat heb jij dan voor een verrassing voor mij in gedachten?'
'Ga nou maar een kinderboek schrijven. dan kom je er vanzelf wel achter,' zegt Jeetje lichtelijk geïrriteerd.

dinsdag 26 januari 2010

Leuk/niet leuk

En toen ik rond vier uur in de middag met een lege rugtas terugfietste, wist ik dat ik er niets meer aan kon doen. Helemaal niets.
Behalve het volgende boek gaan schrijven en weer beter maken. Dat is mijn remedie. (Tegen alles geloof ik.)
'Lastmens' is nu af, weg, klaar, af. Het zal over een kleine maand gedrukt zijn en in de winkel terechtkomen. Het vermaledijde boek twee, waar de meeste schrijvers bang voor zijn. Zo ook ik. De kritieken daarover. Al vrees ik dat die angst bij boek drie niet minder zal worden, noch bij nummer vier. Maar laat ik het nu even beperken tot dit boek. Dat dus bijna de wereld in gaat. Waar ik nu niets meer over te zeggen heb. En ieder ander straks wel.

maandag 25 januari 2010

Tantes

In het weekend was er een feestje van mijn moeder.
'O! Jij bent lang niet zó dik als er op je blog staat!' riep mijn eerste tante al meteen bij binnenkomst.
'Ik dacht: Elke, dat is een ronde ton geworden!' riep de volgende tante zodra ze er was. 'Dat valt ontzettend mee zeg. Dat is een bescheiden buikje.'
'Je ziet er veel beter uit zo,' vertrouwde een tante die niet echt een tante is me toe, 'wat voller in het gezicht, staat je zelfs veel beter. Je was veul te mager.'
'Zij overdrijft altijd,' wist een wijze tante te vertellen, 'je moet alles wat die schrijft met een korreltje zout nemen. Zij blaast het op.'
'Het is meer zoals ik me voel,' probeerde ik ze uit te leggen. 'Voor mij is het de waarheid.'
Nou, dat hadden mijn tantes allang begrepen, tegelijk bogen ze zich over de koffie en de taart die mijn moeder voor hen neerzette, en het hele grote kletsen nam een aanvang. Over wie er dood was, wie er nog leefde en hoe het was om oma te worden. En terwijl ik in een dik stuk appeltaart hapte, voelde ik me vooral gevleid dat ik niet zo dik was als ze gedacht hadden.

vrijdag 22 januari 2010

Sluitpost

Het schrijven van een stukje hier is de laatste dagen een sluitpost geworden. Zoals al het andere, buiten verhalen schrijven & proeven nakijken, momenteel een sluitpost is geworden. Ook dwalen er tegenwoordig elke dag wel een paar vreemde mensen in ons huis rond. Ze bedenken wat ze ervan zouden kunnen maken. Ze kijken in onze vaste kasten om te zien hoeveel van hun eigen spulletjes ze daar eventueel kwijt zouden kunnen.
'Mama, kom je Rintje voorlezen,' wordt er nu onderaan de trap geroepen.
'Ja, zo,' roep ik terug.
'Kom je nu?'
'Ja!'
Even stilte.
'Mama, kom je dan? Of spreek je niet de waarheid?'

donderdag 21 januari 2010

Live te zien!

Hier alvast een paar nieuwe agendapuntjes waar je mij kunt horen of tegenkomen. De boekpresentatie van Lastmens is inmiddels vastgesteld op 26 februari. Noteer die datum maar!

woensdag 20 januari 2010

Nog even wachten, kleine

Ik wilde hier een brief aan de piepkleine schrijven. Om wat dichter bij haar te komen. Omdat ik door de drukte de laatste tijd vooral aan haar denk als mijn fysieke ongemak bij het zitten. Als die grote buik in de spiegel. En omdat ik, telkens als ik in mij bewegingen voel van draaiende billetjes, bewegende beentjes of handjes die zich ver naar voren uitstrekken, opschrik van mijn bezigheden.
Maar er kwamen allemaal proefdrukken tussen vandaag.

dinsdag 19 januari 2010

De deskundige

We kijken, samen met de deskundige in de televisiestudio, naar een man die naast zijn verwoeste huis staat. Onder een enorme berg stenen en puin liggen zijn vrouw, zijn dochtertje van drie, zijn vader en een vriend die de man een minuut voor de aardbeving uit zijn huis riep. En zo onbedoeld zijn plaats innam. Over de brokstukken lopen honden en hulpverleners. Een Amerikaanse hulpverlener spuit iets op een grote steen. In fel oranje. Als teken dat ze daar geweest zijn en niet meer naar overlevenden hoeven zoeken.
De man kijkt de camera in. Hij haalt zijn schouders op en laat ze weer vallen. Dit doet hij een paar keer achter elkaar.
'Ik zie geen toekomst meer,' mompelt hij. 'Ik weet niet eens hoe ik mezelf nu in leven moet houden. Er is geen toekomst.'

Hierna worden we weer overgeschakeld naar de studio.
De deskundige groot in beeld. Zijn ogen glimmen.
'Ze zijn het daar gewend, ' spreekt hij vol vuur tot ons. 'Het zijn overlevers! Echt waar. Zelfs deze man die nu zegt dat hij geen toekomst meer heeft, ik wed dat hij over vijf weken weer begonnen is met het opbouwen van een heel nieuw leven. Dat durf ik te wedden. Als je over vijf weken bij hem terugkomt, is hij gewoon weer begonnen.'

maandag 18 januari 2010

Waarom is dit geen droom?

'Ik wou dat dit een droom was! Dan gebeurde dit allemaal niet echt. Dan hoefde ik dit niet mee te maken,' roept Jeetje uit.
Ze heeft een splinter. En vader komt eraan gelopen met een pincet in zijn hand.

Mijn andere dochter heeft heden een lengte van om en nabij de 32 centimeter bereikt. En een gewicht van 650 gram. Ook bij haar is het voelzintuig onlangs ontwikkeld. Ze voelt nu voor het eerst bewust.
Jeetje drukt haar voet in mijn buik en zegt: 'Pas maar op, dadelijk heb jij een splinter.'

zaterdag 16 januari 2010

Het einde van de stoel

Ik wil volgens mij toch niets meer over de stoelbrand zeggen. Ik had gedacht er veel over te willen melden. Maar nu ik hier zo zit, ben ik er wel klaar mee. De resten van de stoel liggen bij de vuilniscontainers. Ik kan haar skelet vanaf hier nog net zien staan. Uitgeblust is ze.
En de lucht is ook al bijna geklaard. Zelfs de gordijnen zijn gewassen. Aan het kamperen in de huiskamer komt vanavond een einde. We trekken weer gewoon in onze eigen slaapkamer. Als je daar binnenkomt, stinkt het nog even. Maar al gauw ben je aan het geurtje gewend. En och, die geur verdwijnt een keer. Zoals alles.

vrijdag 15 januari 2010

De broeiende stoel

Ik heb de hele middag naast een broeiende stoel gezeten.
Voor mijn stoel zijn uiteindelijk twee brandweerwagens uitgerukt. Een peloton brandweermannen met zuurstofflessen op hun rug en maskers op hun gezicht, bestormden ons trappenhuis. Tenslotte is de stoel het huis uit getakeld. Onder toeziend oog van de hele straat. Jeetje moest hard huilen toen ze de brandende stoel in de lucht zag hangen. 'Ons stoeltje, ik wil ons stoeltje terug.'
Het gekste vind ik dat ik urenlang ben blijven zitten in die geur.
Omdat ik bij nadere inspectie van de kamer maar niets verdachts kan vinden, denk ik dat ik maar denk dat het stinkt. Gezien mijn toestand. Ik zal wel weer dingen ruiken die er niet zijn. Of er hangt ergens een klein geurtje, dat in mijn zwangere neus sterk uitvergroot wordt. En belachelijke proporties aanneemt. Dus ik werk gestaag verder. Nijver bijtje als ik ben. Af en toe flitst het wel door mijn hoofd dat ik dadelijk dood gevonden ga worden. Ik zie er ook beelden bij. Ik denk ook aan ontploffen. Maar ook die gedachten zullen wel veroorzaakt worden door hormonen. Ik kan mezelf de laatste tijd niet meer 100 procent vertrouwen. Ik weet niet meer precies wie ik ben. Het is een beetje giswerk.

(Morgen meer)

donderdag 14 januari 2010

Fik

De hele middag zat ik al in de stank boven - alsof er plastic brandde - maar de gaskachel was het volgens mij niet. Dus bleef ik zitten. Tot mijn ogen traanden en mijn keel schrijnde. De verhalen moesten af.
Aan het eind van de middag zou ik naar De Balie gaan omdat het programma van Hotel van Hassel daar gepresenteerd werd. Een korte verhalenfestival in april waar ik van alles voor ga doen. We hadden de gaskachelspecialist inmiddels gebeld en die zou over een paar uurtjes even langs komen. Maar die kachel stond allang uit, en de geur werd erger. De stank hing inmiddels in het trappenhuis.
En toen ik mijn jas al aan had, zei man: 'Of zal ik 112 maar bellen?'
Ik keek naar de twee kindjes in de kamer. Jeetje was als prinses verkleed en haar vriendje speelde lief met playmobil.
'Denk je echt dat ik weg kan gaan?' vroeg ik nog.
'Ja, ja,' zei hij, 'ga maar.'
Toen ik bij De Balie aankwam, belde ik voor de zekerheid nog even naar huis.
'Er zijn elf brandweermannen boven,' zei man, 'er staan twee brandweerwagens voor de deur met zwaailichten. Maak je geen zorgen.'
'Neem jij wel mijn verhalen mee, als je straks naar buiten moet?' zei ik nog.
'Waar liggen die?' vroeg man.

(Morgen meer)

woensdag 13 januari 2010

Geen fantasie

Ik was vanmiddag, samen met man, bij de notaris om een huis te kopen. Toen we opstonden om weer te vertrekken, zei de notaris: 'Jij schrijft, heb ik op je site gezien.'
'Ja, klopt.'
'En ik heb begrepen dat er alweer bijna een nieuw boek komt.'
'Klopt. Over een dikke maand.'
'En je bent ook al heel succesvol. Je wint prijzen en zo.'
'Klopt ja!' roep ik.
'Wat schrijf je precies?'
'Eh...literatuur.'
'Ja maar wat? Is het waargebeurd? Sciencefiction? Of wat?'
'Ik verzin het.'
'Fantasie dus,' zegt hij.
'Nou ja, er zit wel een kern van waarheid in. Ik moet het ergens vandaan halen natuurlijk,' probeer ik vandaag. Fantasie, weer dat woord. Ik wil er toch eens vanaf. Er zit een bijklank aan. Wat doe je zoals in het dagelijks leven? Ik fantaseer.
Dan stappen we de ijskoude buitenlucht weer in en de fiets op.

dinsdag 12 januari 2010

Fantasieën

'Had je vandaag lekker een dagje vrij genomen?'
De schoonheidsspecialiste heeft papieren zakdoekjes om twee vingers gedraaid, en begint daarmee systematisch in mijn gezicht te drukken.
'Nee, ik werk thuis,' mompel ik.
'O, dat is helemaal fijn met dit weer.'
'Zeker.'
Na een tijdje vraagt ze: 'En wat doe jij dan voor werk?'
'Ik schrijf.'
'O, leuk,' zegt ze terwijl ze de ene na de andere verstopte porie behendig opent.
'Hmhm.'
'En wat schrijf je?'
'Verhalen.'
'Waar gebeurde verhalen?'
'Nee, ik verzin gewoon iets.
'O, fantasieën.'
Ik knik. Fantasieën.
Zij ontsmet haar handen grondig onder de kraan en pakt haar pincet.

maandag 11 januari 2010

Dagen van appels eten.

Deze dagen kan ik geen mooi, verhalend blog schrijven omdat er bar weinig poëtische dingen gebeuren in mijn leven.
Het is pure realiteit, waar ik druk mee ben. Meer kan ik er niet van maken.
Het is ploegen door sneeuw. Langzaam fietsen over gladde paden. Het is blijven zitten achter mijn computer met mijn lelijke bontlaarzen stevig op de vloer geplant. Dagen van spataderen. Onrustige benen in de nacht.
Noeste arbeid.
Ploegen door persklaar gemaakte teksten. Punten, komma's, spatiëring. Dubbele woorden weghalen. Gedachten wegjagen.Mails beantwoorden. Financiën regelen.
Het is in de metro zitten. Uitstappen bij halte Holendrecht. Een knipperend display: 'U bent al uitgecheckt.' Rechts en links van mij, flitst de jeugd nonchalant voorbij. Mijn poortje blijft dicht. Dagen van dikke bewakers die hoofdschuddend op me af komen lopen.
Het is onder toeziend oog van drie stagiairs- begin twintig - mijn buik ontbloten, bloeddruk laten opmeten, vragen beantwoorden over het wel en wee van mijn spijsvertering. 'Poept u goed?' Het is schuddebuikend op de behandeltafel liggen, omdat ze met z'n drieën het hart maar niet kunnen vinden.. Dagen van: 'Mevrouw krijgt de slappe lach.'
Even later moet het allemaal nog eens over bij de professional.
Het zijn dagen van kasten leeghalen, kasten weggooien. Spullen ordenen. Dingen die we tot de zomer niet nodig hebben naar een opbergbox brengen op het industrieterrein. Plotseling het kind moeten ophalen omdat man per ongeluk uren in een garage in west is blijven steken. De auto hangt maar boven een smeerput. Op school priemt de eerste buitenstaander met haar vinger in mijn jas en zegt 'gefeliciteerd? Of niet?'
Waar is de professional die het straks allemaal even over doet?

vrijdag 8 januari 2010

donderdag 7 januari 2010

Losse eindjes komen samen

Een dag waarin alles losse eindjes bij elkaar kwamen. Nu nog echt maar een paar stappen of er is een nieuw boek van mij. Dus heb ik vannacht niet veel geslapen. En wil ik zo op de valreep het liefst alles terugtrekken. Is dit het nou? Is het wel zo leuk om me nog een keer bloot te stellen aan een buitenwereld? Vorige keer was het leuk maar wie zegt dat het nu...? Waarom zou ik eigenlijk? Maar waarom zou ik niet? Het is de schaamte. Het is natuurlijk de schaamte weer.
Ik ben nu een nieuw lang verhaal begonnen en dat gaat over schaamte. Het gaat over iemand met een hele grote neus die zich daarvoor schaamt en zijn hele leven wordt erdoor vergald.

woensdag 6 januari 2010

Er gebeurde veel tegelijk

En toen ik buitenkwam was de wereld wit geworden en prachtig. Ik las mijn binnenkomende mail terwijl ik over straat glibberde met mijn boodschappen op mijn rug, de sneeuwvlokken in mijn gezicht, de gedachten in mijn hoofd, en een baby in mijn buik. Ik dacht dat constante verbinding niet altijd zo handig was. Je moest ook weten wanneer je geen mail las.

dinsdag 5 januari 2010

Twee gesprekjes met dochter

'Ik weet niet of ik later moeder zal worden,' zegt Jeetje (4,5)
'Wil je moeder worden?' vraag ik. 'Dat is het belangrijkst.'
'Wou jij wel moeder worden, mama?'
'Eh...ja...hoezo...'
'Altijd al?'
'Nou, vroeger niet maar toen...'
'Wou jij moeder worden, of niet?' Ze kijkt me indringend aan. Alsof ze me nooit iets anders heeft willen vragen.
'Toen ik jou zag, wilde ik niets anders meer,' zeg ik.
Jeetje omhelst me.

*

'Later krijg ik natuurlijk een andere naam,' weet Jeetje. 'Wat voor naam zal ik dan hebben?'
'Hoezo?'
'Ja, Jeetje is geen volwassen naam.'
'Jawel hoor.'
'Ik zal wel zoiets als Elke gaan heten.'
'Ik vind jouw naam juist mooi.'
'Elke dat klinkt mooi en volwassen,' zegt ze dromerig. 'Jeetje niet.'
'Jij bent en blijft altijd Jeetje heten. Mama Jeetje. Oma Jeetje.'

maandag 4 januari 2010

GAAF!

Op twee januari had ik het lastigste verhaal van 2009 dan eindelijk aan mijn redacteur verstuurd, kreeg ik net precies een mail van hem met de woorden: 'Elke, ik vind het gaaf! Jij?'
Omdat mijn hart bij het lezen hiervan meteen een sprongetje maakte, merkte ik dat ik meer op zijn antwoord had zitten wachten dan ik geweten had. Ik vond dat 'Jij?' wel vreemd staan in het berichtje. Alsof hij er zelf niet zeker van was. Hij vond het dan wel een gaaf! verhaal maar als ik het niet gaaf! vond, zou hij deze mening alsnog terugtrekken. Het hing van mij af; de gaafheid van mijn eigen verhaal. Maar gaaf! vind ik mijn verhalen eigenlijk nooit. Er is weinig dat ik echt gaaf! vind. Nu ik de verhalen Wells Tower aan het lezen ben, denk ik bij een passage weleens: Jee, wat goed gedaan. Bij het ontdekken van de boeken van Alice Munro herinner ik me een gevoel van Gaaf! Gaaf! Wat Gaaf Dit Zeg!
Maar och, het was maar een woord. Wat gaf het helemaal. En ik was toch blij dat hij het gaaf! vond. Want als hij het gaaf! zei te vinden, zat er absoluut iets aardigs in.
Pas toen mijn bonkende hart kalmeerde, zag ik de bijlage met verschillende (gave!) omslagontwerpen.

zondag 3 januari 2010

Derde zondag op een rij

Het is alweer de derde dag van het nieuwe jaar en ik heb nog niks gezegd hier. Maar wel al veel meegemaakt. Ik ben net wakker.
'Waarom zit er overal een lijn in?' was de eerste vraag die mij vanochtend gesteld werd. 'Mama, waarom begint alles met een lijn?
'Mamaha? Geef eens antwoord. Ook in mensen zitten lijnen.'
Ik pakte er traag een cirkel bij.
Maar zelfs in een cirkel ontdekte Jeetje een lijn.
In een adem door werd mij gevraagd waarom de aarde plat aan onze muur hing, terwijl die dus eigenlijk rond was. Hoe hadden ze de aarde dan plat geslagen? En waar werd papier trouwens van gemaakt. Maar hoe deden ze dat dan precies?
Ik at van mijn beschuitje honing en dacht na. Ik had heel, heel diep geslapen. Sinds het nieuwe jaar was begonnen, leek ik meer moeite te hebben met ontwaken.

Gisteravond toen we terugkwamen van een feestje moest Jeetje voor het eerst van haar leven overgeven. Achterop de fiets. Over papa heen.
'Kijk Jeetje, zo ziet het eten er dus uit als het in je maag zit.'
Thuis bestudeerde ze het braaksel dat tot op haar schoenen zat. En in papa's haar.

Vannacht las ik weer een verhaal van Wells Tower. Uit: Alles verwoest, alles verbrand.
En dat is een goede schrijver. Die Wells. Ik raad hem aan. Als ik zijn verhalen lees, krijg ik in elk geval meteen ontzettend veel zin om weer een fris verhaal te beginnen.
Zoveel mogelijkheden als er zijn.