vrijdag 11 februari 2011

Kern

De uitreiking in de stadsschouwburg begon. Om de beurt mochten de genomineerden in de stoel plaatsnemen naast Jelle Brandt Corstius en werden we 'aan de tand gevoeld.' Ik over mijn wonderlijke fantasie. In het tweede verhaal van Lastmens ging het hoofdpersonage solliciteren als webmaster op een Russisch vrachtschip.
'Hoe kom je daar in Hemelsnaam op?'
'Nou, ik heb eens gesolliciteerd op een Russisch vrachtschip als webmaster.'
'Ben je daar ook geweest?'
'Ja.'
'En werd je aangenomen?'
'Nee. Je moest ook andere dingen doen.'
Over dat vrachtschip had eigenlijk nog nooit iemand met een woord gerept. Dus dat was leuk. En ik vond het ook sterk van hem. Want hij kwam daardoor - per ongeluk - meteen bij een belangrijke kern van mijn schrijverschap en dus bij een kern van mijn personages. Ze willen namelijk graag weg. Van wat dan ook. Weg.
'En zo kan ik al mijn misstapjes mooi gebruiken,' zei ik tegen Jelle.
Na de interviews volgde het juryrapport. De genomineerden zaten op een rijtje en werden toegesproken. Ik kreeg een prachtig verslag over mijn werk. Vooral het stukje over mijn duistere kern. Ik hoop het rapport nog eens na te lezen. Gustaaf Peek, die mij al lang dwarszat als winnaar, won ook daadwerkelijk. Dat was het enige minpunt van de avond. Al gun ik het hem zeker. Geld speelt toch een rol in dit verhaal. Ik wilde dat dat niet zo was.
Toen kwam het borrelen. Dat ging goed.

'Nou, dan krijg jij van mij toch een prijs,' zei Jeetje vanmorgen.
'Dat hoeft niet hoor.'
'Jawel,' zei Jeetje. 'Ik haal het uit mijn eigen spaarpot. Dertig Euro.'
'Och, mijn schatje. Het gaat in het leven niet om geld. En nog veel minder om het winnen. Ik vind het gewoon al erg leuk dat ik mee mocht doen. Al heb ik dan verloren.'
'Je hebt niet verloren, mama. Je bent tweede geworden,' zei Jeetje.
En daar lieten we het bij.

Geen opmerkingen: