Ik was bij de opening van het Pessoafestival in Utrecht en de boekpresentatie van De fictie vergezelt mij als mijn schaduw van Michael Stoker. Waarin het raadsel van de man met de 83 heteroniemen onderzocht wordt. Ik zat schuin achter Pessoa's - inmiddels drieëntachtig jarige - nichtje dat anekdotes over haar beroemde oom vertelde. Die voor haar vroeger natuurlijk gewoon een oom was die bij hen in huis woonde. Ze vond het toen vast een vreemde snuiter maar dat zei ze er niet bij. Het blijft familie. Fernando Pessoa (1888 -1935) de man die vele levens leefde, behalve die van hemzelf. Hij wilde in zijn eentje de hele Portugese literatuur bij elkaar schrijven. Een tijdje was ik hem vergeten - met zijn puberale trekjes, het gegoochel met identiteit en alle schrijvers die hij in zijn eentje was.
Op hetzelfde moment verbleef Jeetje elders in een theater en werd daar geconfronteerd met het fenomeen 'de acteur.' Hij was uit die andere wereld gestapt en zo, boempats, in de wereld van Jeetje terechtgekomen.
'Mama! Ik ben naar het theater geweest. En het was eigenlijk een gewone man die in een gewoon huis woonde, ' onthulde ze zodra ze me zag. 'Na de voorstelling had hij zijn gewone kleren weer aan getrokken. En hij kwam met papa praten.'
'Ja, het was een acteur,' zei ik.
'Hij woont niet in het theater, mama.'
'Nee, dat weet ik.'
'Ik ben helemaal niet bang voor een acteur,' zei ze.
'Dat hoeft ook niet. Het is toch gewoon een mens?'
'Het was een meneer die zich had verkleed.'
'Precies!'
'Maar waarom verkleedt die meneer zich dan?'
'Omdat hij iemand anders speelt.'
'Waaròm speelt hij iemand anders?'
'Dan kun jij naar het toneelstuk kijken.'
'Dat is dan niet echt, hè?'
'Nee.'
'Maar het was toch wel echt?'
maandag 2 maart 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten