Het verhaal van de werkruimte die ik op de valreep afzegde. Het lag niet aan het matglas waar ik niet doorheen zou kunnen kijken. Het lag niet aan het hele eind fietsen. Zelfs de prijs was niet het grootste probleem. Zij was het. De verhuurster. De inbewaringgeefster, zoals de beeldend kunstenares zichzelf noemde.
Ik hield meteen al teveel van haar.
Zodra ze de houten schooldeur opendeed om me voor het eerst binnen te laten, hield ik van haar. Ze had iets verlegens. Teruggetrokken. Wantrouwend. Het leven moest dat van haar gemaakt hebben. Ze had de leeftijd van mijn moeder. We droegen allebei een zwarte broek. Van precies hetzelfde stofje.
'Hoi,' zei ik. 'Ik kom voor de werkkamer.'
Ze knikte bedachtzaam. Haar gezicht drukte niets uit. Zo stonden we een tijdje te knikken. Een windje stak op. Ik stak haar mijn hand toe. De inbewaringgeefster aarzelde lang maar nam mijn hand tenslotte aan. Ik mocht binnenkomen. Achter haar aan liep ik de trappen van het schoolgebouw op. Als een kuiken achter moedereend. Ik wilde haar gelukkig maken.
Ik moest alles uit de kast halen, mijn hele arsenaal, en tenslotte schonk ze me haar lachje. Haar lach verlichtte de werkruimte. Het matglas werd er even doorzichtig van. En de volgende dag belde ze op dat ze mij koos. Uit honderden mensen die ze langs had laten komen, vertrouwde ze mij het meest. Ik zou mijn uiterste best gaan doen om dat vertrouwen nooit te beschamen. Zoals anderen dat wel hadden gedaan.
'Dan ga ik bij jou in bewaring,' grapte ik. 'Vrijwillige gevangenschap.'
Nachten achtereen droomde ik van mijn inbewaringgeefster. Ik maakte grapjes. Ik bleef maar naar haar lachen. Maar zij lachte nooit terug. Met holle ogen keek ze mij aan. Haar lippen op elkaar geknepen.
dinsdag 7 april 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Je beslissing is heel begrijpelijk. Mooi geschreven, net als je andere verhalen!
Leuk om te lezen, Elsbeth
Een reactie posten