'De dood is niet groot,' zegt man als we teruglopen naar zijn kamer, 'de dood is piepklein en woont in je.'
We hebben net het verlossende - het gaat voorspoedig- gesprek gehad met de neurologe. In een apart kamertje. Over man en zijn beestje. De neurologe was jong. Ze had grote, uitpuilende ogen en staarde recht door ons heen terwijl ze haar verhaal hield. Over het beestje dat wij allemaal met ons meedragen en dat wacht op het geschikte moment om toe te slaan. Het beestje dat in het hoofd van man geslopen was, en als we er een uur later bij waren geweest, had hij het niet overleefd.
'Heeft-ie ook pootjes?' Man onderbrak het relaas van de neurologe.
'Wat zegt u?' Haar wangen kleurden rood. 'Póótjes?'
'Ja?'
'Nou, nee. Hij glijdt..Eh?'
'Op zijn buikje?' informeerde man. 'Of hoe?'
Ze negeerde zijn vraag en ging door met haar verhaal. Er was geen contact met de specialiste te krijgen. Ik had voortdurend de neiging te zwaaien en 'hoehoe' te roepen. Maar ik heb wel meer neigingen.
'En? Wat vond je van deze neurologe?' zeg ik op als we weer op zijn kamer zitten.
'Ze is er niet geweest,' zegt man. 'Het was een etherische aanwezigheid.'
'Een etherische aanwezigheid?'
'Ja, en dat maakt haar niet sterk,' zegt hij, 'daardoor heeft ze totaal geen autoriteit. En geen overwicht. Ze keek me niet aan. Ze heeft haar naam niet eens genoemd.'
'Misschien moet je haar dat zeggen.' (Man zit in 'de communicatie sector')
'Het was ook geen ruimte om mensen in te ontvangen,' zegt man, 'er lagen overal bloedspatten op de grond.'
woensdag 13 mei 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Ze was de beschermengel! In iets te stoffelijke toestand. Per ongeluk. Toen wist ze zelf ook ineens niet hoe ze zich gedragen moest. In die stoffelijke toestand. Denk ik.
het gaat voorspoedig. en nu snel weg uit dat ziekenhuis. van ziekenhuis word je ziek.
Wat een ontzettend leuke neigingen heb jij.
Een reactie posten