'Ik zag hem gisteravond buiten staan. Voor hun huis,' zegt man. 'Hij was aan het roken en aan het bellen.'
'Zij was waarschijnlijk binnen aan het rusten,' zeg ik. 'Dat moet ook nog. In haar toestand.'
'En hun meisje ligt daar,' zegt man. 'Plotseling afgesneden van alles.'
'We moeten Jeetje een kaart laten sturen,' zeg ik. 'Voor op het prikbord.'
'Toen ik Jeetje net naar school bracht zag ik bij hen boven één lichtje branden,' zegt man.
'Misschien is ze nu wel aan het bevallen.'
'Ja.'
'Jeetje krijgt er onherroepelijk mee te maken. Als het meisje straks terugkomt in de klas. Zonder haar.'
'Ja.'
'En Jeetje denkt al zo veel na.'
'Met kerst was er nog niets aan de hand bij die mensen.'
'Nee.'
'Ik heb er vannacht ook al over gedroomd,' zegt man.
'Maar het kan gewoon allemaal goed gaan,' zeg ik.
'Ja, dan hebben ze gewoon één heel naar jaar,' zegt man. 'En dat was het.'
dinsdag 11 januari 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten