dinsdag 18 januari 2011

Onze bomen

Het regent. Een grote laadwagen met twee bomen rijdt voor. Onze nieuwe, dertig jaar oude bomen. De bomen kunnen niet door het huis, dus moeten ze achter langs. Bij de overburen door de tuin, bij de overburen over de hoge schutting. Maar daarvoor blijken de bomen veel te zwaar.

Man loopt met grote passen door het huis, een boor in zijn hand.
'Wat ga je doen?'
'De schutting weghalen,' zegt hij.
'Vinden de buren dat wel oké?'

Even later is de houten wand die onze tuin van die van de overburen scheidt, verdwenen en staan de overbuurvrouw en ik tegenover elkaar. Oog in oog. Voor het eerst. Ik knik haar toe.
Man heeft inderdaad heel mooi 'getekende' bomen uitgekozen. Een mooi getekende peren- en een mooi getekende appelboom. Wij houden van grillig. Wij houden ook van modderkuilen, gestapelde stenen en oude koelkasten en opgestapelde stoelen in onze tuin. Althans; die schijn kan het hebben, voor de buitenstaander. Dat wij daarvan houden.
'Zeg maar wat ik moet doen, hoor.' Ik wapper kort met mijn handjes. Man staat in een vreemde, ietwat gespannen omhelzing met de boom.
'Ik ben geen heftruck,' heeft de schoonmaker zojuist geantwoord op mijn hulpvraag.
Maar dan komt mans compagnon er al aan.

Het regent nog steeds.
De overbuurvrouw is heel tenger, heeft een eskimo capuchon op, haar schouders opgetrokken, en haar grijze ogen strak gericht op de palmboom. Die net nog tegen de schutting had gestaan.
Man hijgt, zweet, sjort aan de stam met s-bocht en mompelt dan iets over palmbomen in de winter. Om het ijs te breken, vermoed ik.
'Hij kan tegen min twintig,' zegt ze en pakt een palmblad vast.
Met het blad in haar hand kijkt de overbuurvrouw hoe twee mannen in haar tuin proberen twee boerse bomen over te hevelen. Zonder daarbij haar tuinverlichting te vernielen, de palmbladeren te knakken of het gazon kapot te trappen. Zij is twee maanden geleden bevallen, zal ik later van man vernemen.
'Ik zal het terras straks schoonvegen.' Man gromt gewoon van al die krachtsinspanning. En zijn compagnon brult bij het tillen.
'Ja,' zegt ze. 'Anders wordt de hond vies.'
'Ja, we willen graag meer contact,' zeg ik tegen de overbuurvrouw. 'Wij dachten, we kunnen de schutting wel weghalen.'
Maar ze reageert niet.

Geen opmerkingen: