Ik ren door het Diemerpark en word lichtjes geƫlektrocuteerd als ik onder de draden door loop. Zoals altijd. Overal in het landschap staan hoogspanningsmasten. En onder mijn voeten die gifbelt. Geseald. Dat wel. Maar ik denk toch aan het lek. Bij elke stap die ik zet, denk ik aan het lek, ergens. Ik kan het niet helpen. Dat wat verzegeld is, gaat een keer open. Het is een natuurwet. Om de paar meter zit er een buis in de grond om het gifpeil te meten.
Als ik hier met Jeetje fiets, zegt ze: 'Niet daar onderdoor, mama. Niet daar onderdoor. Het voelt zo gek.' En dan schudt ze kort met haar hele lichaam.
'Zij zijn niet gesloten van boven,' zegt man over Jeetje en mij, 'ze komen onder stroom te staan.'
De buren fluisteren: 'In de Lisdoddelaan schijnen zeven mensen kanker te hebben.'
In de school van Jeetje is, uit voorzorg, een heel klaslokaal leeggeruimd. Iemand schijnt zijn kind zelfs van school te hebben gehaald. Vanwege de elektromagnetische straling.
Ik ren. In mijn oor steeds hetzelfde liedje. Om het aanhoudende gezoem van de masten niet te horen. Je zou ook kunnen denken dat het in het park vol krekels zit. Dat het er altijd hoogzomer is.
woensdag 26 januari 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Het Gevaar
Boek van Jos Vandeloo. Dat heb ik als kind vaak gelezen. Het was m'n eerste boek voor volwassenen.
Een reactie posten