Met mijn zonnehoed op was ik aan komen fietsen, maar wij doken 's middags de kleine zaal van de Balie in om de verhalen voor te lezen die we van de loglines gemaakt hadden en om de films te zien die erbij hoorden. Onder leiding van Erik Menkveld hadden we na het zien van de film een kort gesprekje over wat we ervan vonden en wat we er met onze verhalen van gemaakt hadden. De overeenkomsten en de verschillen. Drie schrijvers - Lodewijk van Oord, Vincent Overeem en ik - drie verhalen en drie films dus.
We vergaten dat buiten de zon scheen.
Het was deze keer jammer dat de gesprekken niet wat langer mochten duren, vanwege een strak tijdsschema.
Waar ik mij gisteravond ongemakkelijk voelde - het was niet alleen het late tijdsstip, de onhandige introductie, het feit dat ik over iemand anders werk sprak, maar het was ook de plek. De schrijver van dienst zat in het midden van een normaal verlichte ruimte achter een tafel en werd aan alle kanten door mensen omringd. De ogen prikten in mijn rug, op mijn zij, buik, achterhoofd, voorhoofd, zijbenen. Terwijl mijn buik tijdens het lezen steeds meer omhoog kwam en mij steeds meer de adem benam. Dat kon iedereen van heel dichtbij volgen.
Vandaag stond ik in een goeie verduisterde bioscoopzaal. Achter een katheder. Zodat die buik ook niet omhoog kon komen. Het publiek aan de voorzijde. Ik wist waar ik me op moest richten. Ik las mijn eigen verhaal. Ik vond de verhalen leuk en de films interessant. Erik Menkveld was een fijne gesprekleider die zich goed voorbereid had. Er zat nog veel meer gespreksstof in over dit onderwerp. Het was jammer dat er zoveel minder publiek was dan gisteravond. Maar ja, die zon.
zondag 18 april 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten