Woensdagmiddag. Voor het eerst in jaren schijnt de zon weer. De keukendeuren staan open. Het leven is goed. Na de boterham scharrelt Jeetje even op het balkon. Ik ben binnen wat aan het doen. Ik weet niet meer wat, maar pas na een hele tijd kijk ik loom op, en zie haar plotseling hangen. Met haar buik over de balkonrand. Haar benen horizontaal. Langzaam gaan ze verticaler. Ik sjees naar buiten.
Ze heeft haar stoeltje tegen de tralies geschoven, is erop geklommen en doet alsof de reling een rekstok is.
'Kom eraf! Je valt zo!' roep ik.
'Ik val nooit,' zegt ze. Ze heeft een rood hoofd van het naar beneden hangen.
'Je bent dood als je hier valt. Net als die duif.'
'Pfff, wat geeft dat,' zegt Jeetje, 'je krijgt toch een nieuw kindje.'
woensdag 7 april 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
het is angstaanjagend hoe de huiselijke taferelen op jouw boeken gaan lijken.
Een reactie posten