dinsdag 29 maart 2011

Vrolijkheid

Vrolijke mensen zijn eng, heb ik op een A-viertje genoteerd. Met een uitroepteken erachter. Dus dan zal het wel waar zijn.
Maar waarom zijn vrolijke mensen eng? Misschien geldt de angst voor vrolijke mensen vooral voor de niet-vrolijke mens. Omdat die door de confrontatie met zoveel vrolijkheid nóg droeviger lijken, dan ze al zijn. Vrolijke mensen kunnen ook eng zijn omdat verregaande vrolijkheid altijd het tegendeel daarvan met zich meebrengt. Verregaand verdriet. Hoe vrolijker iemand is, hoe ellendiger die ook kan zijn.
Echte vrolijkheid is volgens mij schaarser dan gespeelde vrolijkheid. Gespeelde vrolijkheid vind ik eng. Liever ontmoet ik een tragische, open wond, dan een suïcidale clown. Ik zie regelmatig vrolijke mensen waarbij het vermoeden mij bekruipt dat het oneindig diepe zwarte gaten zijn.
Misschien ligt dat aan mij. Misschien zie ik zwarte gaten wanneer er pure vrolijkheid aan de hand is?
Maar zelf heb ik een best vrolijke inborst. Ik lach veel. Ik kan mij om van alles vrolijk maken. Maar niet tè vrolijk.

Geen opmerkingen: