Daar zaten we samen in de piepkleine radiostudio zonder ramen, de interviewer en ik. We kletsten wat de ether in en ondertussen bediende hij ook de panelen. Daar was hij vooral druk mee.
Ik wist al vanaf vraag één dat het nergens op sloeg, en ook dat het nergens op zou gaan slaan. De interviewer had last van onderspanning. Voor het eerst zag ik het nut van nervositeit. Teveel ervan werkt verlammend maar een beetje kan geen kwaad. Het houdt je scherp. De muziek die ik op een stick bij me had, paste niet op de computer dus plukte hij de nummers van you tube. Lelijke uitvoeringen van mijn zorgvuldig uitgezochte liedjes en halverwege draaide hij ze ook weer weg om zijn gesprek voort te zetten. Dezelfde vragen te stellen. Al gemaakte opmerkingen te maken. Met zijn radiostem op. Er werd geen link gelegd naar de liedjes die ik gekozen had, en we praatten over mijn boek dat hij maar half gelezen had. Maar waarom moest ik dan op komen draven? Wat dreef deze jongeman met zijn verwarde haardos? Al gauw begonnen de zingevingsvragen bij mij te knagen.
We hadden de rollen om moeten draaien.
Na de uitzending zei hij nog: 'Misschien had ik me beter in moeten lezen.'
'Ja, je had het boek niet erg goed gelezen, hè?' zei ik. Vriendelijk glimlachend als altijd.
'Dit is allemaal vrijwilligerswerk,' zei hij.' Als we het toch over dromen najagen hebben; ik zou hier maar wat graag mijn werk van willen maken.'
'O, dit is niet je vak?'
'Nee, ik doe dit nu al jaren - een uur per week maak ik radiouitzendingen - maar ik ben nog niet verder gekomen.'
dinsdag 9 maart 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten