Week 34 zit ik in en telkens als ik voorbij de spiegel sluip, schrik ik op, meen ik de sporen van 'het vollemaansgezicht' te zien.
'Wacht nog even,' zeg ik tegen het gezicht, 'wacht nog twee weekjes tot ik op tv ben geweest - (waar? bij Knetterende Letteren) - en kom dan maar tevoorschijn. Nee, nee, stop, wacht alsjeblieft tot over een maandje mijn optredens in de Balie voorbij zijn en explodeer dan maar...Ik beloof je dat je dan helemaal los mag gaan. Echt waar, lief gezichtje.'
'En jij ook, Masker!' roep ik. Want vandaag, terwijl het voorjaarszonnetje naar binnen scheen, zag ik in het voorbijgaan hoe ook de beruchte pigmentophoping mijn oogleden al een diepbruin kleurtje gaf. Als een omgekeerde wintersportbril. En wat is dat daar rond mijn lippen? Beginnende snorvorming? Of is het enkel een schaduw, de lichtinval?
Ik loop op alle dagen en ben moeders mooiste niet meer. Dat is niet erg. Dat geeft niets. Het verandert wel weer. Dat weet ik heus wel en ook dat het daar niet om gaat.
Maar o, wat is het lot weer grappig. O, de ironie! Maandenlang, nee jarenlang, zit ik binnen te schrijven, reuzenknap en slank, maar aan ieders oog onttrokken en straks zal ik daar weer ongestoord zitten, even knap en slank en moeder van twee kinderen. En nu...
TADAA!
dinsdag 23 maart 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
De titel van moeders mooiste heb je 22 jaar geleden al verloren :-)
Een reactie posten