Al heel vroeg vertrekken we op zondag naar het Amstelstation. We zullen met de trein naar opa en oma gaan.
Naast mij op het fietspad fietst - voor het eerst - mijn grote dochter op haar te kleine, roze fietsje. In haar nieuwe jurk. Ze kijkt strak voor zich uit, de knokkels van haar handen zijn wit. Sinds gisteren kan ze zelf op- en afstappen en de fiets moest mee om het aan opa en oma te laten zien.
'Ik krijg pijn aan m'n armen van het fietsen,' zegt ze.
'Je hoeft het stuur niet zo hard vast te houden,' zeg ik. 'Dat kan ook iets losser.'
'Mam! Ik kan fietsen en praten tegelijk!' roept ze uit.
We fietsen door. Haar benen komen bijna tegen het stuur en haar wangen worden steeds roder. Voor ons ligt de Berlagebrug. Daar moeten we dadelijk overheen.
Maar eerst is er nog een fietser die ons voorbij wil. Ik geef Jeetje aanwijzingen vooral aan de kant van het water te blijven, en vertel haar dat ik achter haar zal gaan fietsen. Jeetje houdt haar ogen strak gericht op het fietspad en knikt een paar keer. Ze knijpt haar handen nog eens extra vast om het stuur en trapt. Haar staartjes zwiepen heen en weer. Ook haar fietsje slingert van links naar rechts, zodra de fietser haar passeert.
Jeetje en ik staan op het perron te wachten. Het roze fietsje staat naast haar. Jeetje ritst haar jas maar eens los en zucht diep. Ze wrijft in haar handen.
'Ik heb zweethanden,' zegt ze. 'Heb jij ook zweethanden?'
Dan kijkt ze me aan. Ik zie haar ter plekke een meter of wat groeien.
maandag 29 maart 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Vrouwe Elke,
Mijn dochter heeft zo'n vijftien jaar geleden het fietsen geleerd van haar opa. Uw stukje herinnerde mij daar weer eens aan. Het is erg liefdevol geschreven.
Niet schrikken als ze straks eens valt; het hoort erbij.
Graag gelezen.
Met vriendelijke groeten,
De Drs.
Dag Drs J.A.H., heel leuk dat u het graag gelezen heeft. Elke.
Een reactie posten